Heeft het met de tijd van het jaar te maken? Ik hoor immers wel eens beweren dat ‘potloodventers’ – als je begrijpt wat ik bedoel – momenteel ook weer op pad zijn. En, ik geef het toe, ik voel en gedraag me de laatste tijd nurks.
Neem nu mijn vriend Pol. Pol is een plezante kerel die positief in het leven staat en bijgevolg vaak aangenaam gezelschap is als hij vraagt of het stoort als hij even bij jouw tafeltje schuift in de kroeg waar jij je krant zit te lezen. Pol voelde zich niet zo best de laatste tijd en had zijn huisarts opgezocht. Die had hem doorverwezen naar de een of andere specialist die hij voorheen nog nooit gezien had. Daar kreeg hij de mededeling dat de man vermoedde dat hij alcoholist was. Alcoholist! Pol!
Nu is Pol een uitermate innemende man, die geen vlieg kwaad doet en altijd klaar staat om iemand te helpen. Pol kan bovendien op gewaardeerde wijze deelnemen aan ernstige gesprekken over een scala van onderwerpen. Ik zie hem vaak, maar nog nooit heb ik hem in ‘kennelijke staat’ ontmoet.
Pol heeft de ‘diagnose’ dan ook ten stelligste ontkend. “Aha”, zei de zeer geleerde man. “Dat bewijst dus mijn besluit. Ontkenning is namelijk het belangrijkste symptoom van de kwaal.”
Gotferdomme! Wat een ongelooflijke onzin zeg. Als ik de redenering even omkeer, betekent dat volgens die vakidioot, dat iedereen die ontkent alcoholist te zijn, er dientengevolge een is. “Bent u alcoholiste, mevrouw? Neen zegt u? Dan adviseer ik een
antabuse-implantaat!” Zelf verzaak ik om gezondheidsredenen al heel lang aan de alcoholische geneugten, maar zo een bewering is van aard om me onweerstaanbaar naar de fles Tullamore Dew te doen grijpen. Waar zijn de ijsblokjes?
Nog zo iets: kunstenaars bestormen zowat het Vlaams Parlement. Niet omdat er bespaard gaat worden, dat vinden zij immers ook nodig, maar omdat die besparingen volgens hen slecht verdeeld worden. Als de premier dan aandachtig luistert naar hun argumenten en vraagt om zelf met alternatieve voorstellen te komen, bloklettert een krant: “Jambon laat cultuur vechten om centen!”
Maar wat zie ik hier tussen de reclametijdschriften? Een gratis magazine vol kortingbonnen. Meteen vallen me de lingeriereclames op. Ik tel er vijfentwintig.
Waar maak ik me zorgen over? Ammehoela Ammehoela Ammehoela!
Chel DRIESEN