“Toeval bestaat niet!” Dat zei de man met wie ik aan een tafeltje zat. En hij zei het met grote stelligheid. Ik was volkomen bij toeval (!) bij hem aan een tafeltje komen zitten in een druk café in Beringen. En hij zag er uit alsof hij het kon weten. Hij woonde in Koersel-Stal. En daar wonen veel mensen die veel weten, is mij verteld.
M.a.w. volgens hem is alles van tevoren volledig bepaald en bijgevolg volkomen voorspelbaar. De Franse wiskundige en astronoom Pierre-Simon Laplace (1749-1827) noemde dat determinisme. In de theologie heet dat predestinatie. Sint-Augustinus was ervan overtuigd dat alle mensen voorbestemd zijn. En op het gevaar af te verzeilen in een theologisch dispuut: Calvijn maakte het nog straffer. Volgens hem had God ook beslist wie hij uiteindelijk zou verstoten. D.w.z. wie Hij voor de verdoemenis bestemd had, ging naar de verdoemenis en daarmee uit. Zo kregen we de eeuwig durende discussie met de katholieken, die zweren bij de stelling dat God aan elk mens een vrije wil gegeven heeft. Hierdoor kan hij beslissen of hij kiest voor goed of kwaad en daardoor zijn leven bepalen en richting geven.
Maar met het begrip ‘toeval’ blijven wij het moeilijk hebben. Toeval is namelijk net het tegenovergestelde van planning. Het kent geen verband tussen oorzaak en gevolg. Of: toeval is puur toevallig!
Zo ontmoette ik vorige week
‘aus dem blauen Himmel’ Jet nog eens. Het was meer dan dertig jaar geleden! Toen was Jet mijn tegenspeelster in het geweldige toneelstuk ‘Tot het nut van het Algemeen’ van Walter van den Broeck. Wat een geweldige actrice was dat! En daar zaten we nu in een kroeg aan dezelfde tafel bij een glas tripel van Westmalle. Goeie ‘ouwe’ Jet! Was dat weerzien voorbestemd? Ach, ga toch weg!
Hoezo toeval bestaat niet? Wat voor zin heeft het dan bijvoorbeeld nog om een lottobiljet te kopen?
Gisterenmiddag zat ik wat te suffen achter mijn krant. “Ik moet mijn zus nog eens bellen”, dacht ik. Dat was al een hele tijd geleden. Ik tastte naar mijn GSM die net op dat ogenblik begon te zoemen. Wie denk je dat er aan de lijn was? Juist! Ons Tina!
Eergisteren, op de terugrit van Leuven naar Lommel zat ik in de auto wat te neuriën en af en toe zelfs een paar lettergrepen mee te zingen (!) van dat mooie liedje over ‘dat kleine café aan de haven’. Ik drukte op de radioknop. En ik zweer het je, daar weerklonk hetzelfde liedje op precies hetzelfde woord van precies dezelfde strofe! Voorbestemming? Ammehoela! En zeg nu niet dat je zelf nog nooit zo iets meegemaakt hebt.
Is het je opgevallen dat ik het telkens over een kroeg heb? Awel, dat is toeval.
Chel DRIESEN