Mijn verhaal van deze week zul je wel herkenbaar vinden.
Er is die vriend. Fons heet hij. En ofschoon Fons bijna een generatie ouder is, deed je heel veel dingen samen met hem. Je zat ’s middags samen in de kroeg de krant te lezen en aan je drankje te nippen. Hij aan zijn koffie, jij wel eens aan wat anders. Hij vertelde dan kleurrijke verhalen over de laatste oorlog.
En ook al hoorde ik een paar ervan al eens voor de tweede keer, ik bleef altijd geïnteresseerd luisteren. Fons is erkend weerstander. En hij heeft heel wat te vertellen! Het ene avontuur al straffer dan het andere.
Als ik op reis wou, wou ik Fons mee. Er was geen trouwere en aangenamere
‘compagnon de route’. Zo verkenden we Tsjecho-Slowakije, waar we op oudejaarsavond van 1992 in een stationnetje op de grens, in het gezelschap van een snikkende stationschef de scheiding van Tsjechië en Slowakije mee beleefden. De trein die daar vroeger na een halte altijd verder Slowakije in reed, stopte er nu definitief. Eindstation. En voortaan altijd.
We toerden herhaaldelijk door het prachtige Snowdonia in Wales, waar mijn zoon woont. We stonden in West-Cork in Ierland in de stromende regen uren vloekend aan onze autodeur te prutsen. Die was gesloten en de sleutel zat nog in het contactslot. En toen merkten we dat het portier aan de andere kant al die tijd open was geweest. Vloeken werd schateren. Twee verzopen katten die als gek stonden te gieren in de plensregen!
En dan, ja hoe komt zo iets, langzaam geraak je toch het contact kwijt. Jammer, maar het gebeurt. En na een paar jaar hoor je dan zeggen: “Fons is ziek, nee, niet fataal hoor, maar wel ernstig.” Je voelt je schuldig. Je wéét dat je hem en jezelf verplicht bent je ouwe strijdmakker een opbeurend bezoek te brengen. Maar dan is de drempel zo hoog geworden. Je aarzelt.
Gisteren ben ik bij hem geweest. Hij zag er goed uit met zijn tweeënnegentig. Hij zat in zijn zetel en we haalden herinneringen op. Het deed me ontzettend goed om hem zo te zien.
Dus Fons, je weet misschien niet hoe blij jij mij gemaakt hebt gisteren. De omgekeerde wereld.
Wat kijk ik uit naar je volledige genezing. Je zult wel geduld moeten oefenen. Het vergt nog wat tijd. Maar dan gaan we ergens samen ontbijten. Weet je nog?
Chel DRIESEN