Mannen met baarden, die
founding fathers van Rustling Cane! Dat hoort zo! Stel je de Dubliners of The Wolfe Tones voor zonder baard. Dat zijn toch olifanten zonder slurf! Het kan gewoonweg niet.
Als ik in mijn diepste geheugen graaf, herinner ik me het schuchtere optreden van een viertal jongeren in de turnzaal van het Eymard Instituut in 1969. Ze zongen en speelden op dingen die op een gitaar leken (maar niet echt zo klonken). Met veel overtuigingskracht toverden ze geluiden uit wat gewoon een grote waspoederdoos was met een bezemsteel en een wasdraad eraan. Ze noemden zichzelf ‘Rustling Cane’ en dachten dat dat ‘ruisend riet’ betekende. Later zou de toenmalige Lommelse stadsdichteres Marie-Cécile Moerdijk dat een ‘van de pot gerukte fout’ noemen. Zij had zelfs contact genomen met autochtone ‘anglicisten’ in the UK om deze gewichtige zaak ten gronde te bespreken. ‘Cane’ betekent ‘wandelstok’ en ‘to rustle’ mag je vertalen als ritselen. De groep heette dus ‘Ritselende Wandelstok’ besloot ze streng.
1969 dus. Vier jonge snaken die verkeerdelijk denken te ruisen in het ranke riet vormen een groepje dat ‘Ritselende Wandelstok’ heet en vermaken het publiek met een wasdraad aan een bezemsteel boven op een dixandoos, een thuis gepikte wasplank en wat goedkope gitaren uit de Sarma. Zelfs over hun stichtingsjaar bestond grote onduidelijkheid. Achteraf gingen ze ervan uit dat dat 1969 was, maar bewijsbaar was dat niet.
Verwondert het u dan dat ik in 2009 verbaasd uitriep: “En zo iets krijgt de cultuuraanmoedigingsprijs van de stad Lommel”!
Datzelfde jaar, 2009 dus, een zwoele zomeravond in een piepklein dorpje in het uiterste zuidwesten van Ierland. Ik sla het portier van mijn auto dicht voor de dorpskroeg. Het is al donker en ik heb dorst na de lange reis. Wat verder staat een bestelwagen en iemand is bezig daar wat uit te halen. “Wor zit verdoemë die verrekte wasplank”, vloekt een stem in onvervalst Lommels. “Hoe moet ëkik dé vërdoemë wetën”, blaf ik terug. Rustling Cane staat hier. Een groepje uit Lommel ging Ierse Folk brengen in het hol van de leeuw. En of ze succes hadden! ’s Anderendaags vroeg Adrienne McCarthy van de wereldberoemde McCarthy’s Bar in Castletownbere me of ik ‘die blokes’ goed kende. “You know what, that lass (ze bedoelde Liesbeth) sang our national anthem by heart! They are welcome here any time”
Intussen is er ook een elegante oplossing gevonden omtrent de twijfels over het stichtingsjaar. In 2014 hebben ze in Het Klosterhof in Kattenbos in een tjokvolle zaal hun 45-jarig jubileum gevierd. Et voilà. Het is vijf jaar later. Bijgevolg bestaat de ritselende wandelstok nu vijftig jaar. Krijg daar maar eens een speld tussen.
Wel jammer dat ze nooit een échte prijs gekregen hebben. Ja, die aanmoedigingsprijs in 2009. Ze bestonden dus al veertig jaar voor ze een aanmoediging kregen! Tegen dat tempo mogen ze een echte prijs verwachten omstreeks 2039. En nu wend ik me tot onze burgemeester. Beste Bob, kun je de ‘prijzenuitreikingsfrekwentie’ van de stad voor mensen of groepen met een dergelijke staat van dienst, niet wat opdrijven? Een standbeeld hoeft nog niet per se meteen. Dat komt later wel. Maar een medaille of zo?
Chel DRIESEN