Dit gebied is in trek. Afgelopen week hebben we een aantal warme dagen gehad. De Lommelse Sahara is kennelijk een begrip. In de plaatselijke internetgazet staat een foto van een berg afval dat door talloze bezoekers hier is achtergelaten. Mensen zeggen dat het vooral gaat om jongeren die afkomstig zouden zijn uit Luik en Brussel. Dat is een heel eind rijden om hier te komen ontspannen. ‘Gisteren was het alweer een drukte van jewelste met zonnebaders, picknickers, én - ondanks het verbod - zwemmers...’ Nu ik hier loop, is er van die drukte en de rotzooi niets meer te zien.
Ik loop de helling over en weg van deze vlakte. Als ik aan de andere kant het bos uit loop, kom ik bij landbouwpercelen uit. Er is een paardenwei, een wei voor hooi en – onvermijdelijk voor hier – een veldje maïs. Verderop staan doorgeschoten asperges met een andere onverwoestbaar woekerende exoot: de Japanse duizendknoop. Het wegdek is hier verhard met afbraakpuin van woningen: stukken baksteen en plakken en brokken hard geworden specie vlak onder de zandige oppervlakte. Als ik verder loop zie ik dat aan de randen van de wei aan ene kant op gelijke afstanden grote houten bielzen rechtop in de grond zijn gezet. Het nut hiervan ontgaat mij. Dit soort balken, die vroeger voor de spoorlijnen werden gebruikt, hebben naar mijn idee een signaalfunctie: ‘kom niet voorbij deze rij balken! Blijf dáár!’ Anders kan ik het niet verklaren. Aan de gene kant van de balken staan stekelige braamstruiken. Die staan deels in bloei. Aan sommige struiken zijn al bessen zichtbaar, nog onrijp uiteraard. Het maakt het veldje moeilijk toegankelijk. Daar wil niemand lopen.
‘Hier in de gebieden Lommelse Sahara/Blekerheide/Riebos lag vroeger heel veel heide. Jammer genoeg zijn er daarvan maar enkele stukjes meer over. De rest van het gebied is ingenomen door naaldbossen en langbouwterrein’. Zo staat het hier op een groot bord met de titel: ‘op de bres voor meer heide.’ Het is een natuurproject op initiatief van de gemeente. Er zijn vijf zogeheten partners gevonden om te helpen bij dit project. Dit zijn onder andere overheidsorganisaties voor natuurbehoud Natuur en Bos, Natura 2000 en Inverde. Deze laatste organisatie verzorgt in Vlaanderen vooral opleidingen op het gebied van natuur en natuurbehoud. Natura 2000 is een Europese organisatie, die vanuit de EU overal natuurprojecten ondersteunt. De EU financiert de helft van het totaal benodigde bedrag dat hier op tot de euro na is genoemd: € 1.447.117,- exact en precies. Nog raar dat ze het bedrag ná de komma niet hebben genoemd.
Een andere sponsor is SIBELCO. Dat is een multinational, goed voor een jaaromzet van 3 miljard euro las ik op hun website. Zij ontginnen zand. Toen op een goede dag in de tweede helft van 19e eeuw een binnenschipper op het pas gegraven kanaal tussen Maas en Schelde hier op weg was naar Luik met zand, nam hij een monster mee van het zand dat hier aan de kant was gekruid uit de vaargeul. Het bleek heel puur en mooi kwarts te zijn waarvan men volop glas kon maken. Die schipper voer nooit meer verder en laadde zijn ruimen hier in Lommel en Mol met zijn vondst. Er lag genoeg. Toen waren er Waalse industriëlen en geldschieters die bedrijfjes in het leven riepen met ronkende namen als Sablières et Carrières Réunies, Taquenier, La Moloise, Campinoise (dit is de Kempische), Silversand Pilkington of Nouvelles Sablières de Mol. Die zijn later samen gegaan in één groot bedrijf dat Sibelco heet en dat wereldwijd zich bezig houdt met het bijeen harken van zand om allerlei glazige producten van te maken. Zij doen nu mee in die anderhalve miljoen om hier de natuur weer op te wekken. Het is ze maar geraden. Ze hebben er ook genoeg aan verdiend door de jaren heen. Dat laatste is informatie van de website van de gemeente Mol, onze buren hier.
Er is teveel bos en te weinig hei, dat ook nog versnipperd ligt tussen grote bospercelen. Om dieren die van heide houden in de gelegenheid te stellen te migreren van het ene veld naar het andere, moet er bos gekapt worden. Zo komen er brede stroken voor die verbindingen. Men gaat ook naaldbos vervangen door berk en eik. En er komen schapen. Dit project loopt tot oktober 2017. Ik weet dat er bos is gekapt, maar niet zo heel veel. Schapen heb ik nog nergens zien rondlopen op de vlakten die voor hei bedoeld zijn. ‘Samen werken aan meer en beter natuur’ staat er. Samenwerken doet het altijd goed in slogans en slagzinnen. Dikwijls is zo’n kreet meer bezwering om het nu dan toch eens echt voor elkaar te krijgen met ons allen, dan dat het ook echt gebeurt. Ik vraag me af hoe het gegaan is met die bijna 1,5 miljoen euro.
Ik bedenk ook dat zo lang men het niet voor elkaar krijgt de massa’s mensen hier op warme dagen te beteugelen, de heidevlinders geen trek zullen hebben zich hier te vertonen. Nu zijn er in ons Limburg sinds kort ook wolven gesignaleerd. Een wolvenpaar, Noëlla en August – ik vind het eerder namen voor circusclowns –, zij hebben vier welpen. Die zijn vorige week hier in de buurt gefilmd. Dat kwam een zeer opgewonden boswachter voor de camera van TVLimburg vertellen. Hij struikelde bijna over zijn woorden. Dat gaat al op een roedel lijken! De beesten zijn beschermd. De voorstanders doen steeds amechtig hun best dit uit te roepen als ze op tv in beeld zijn. Sommigen blijven sceptisch. Ik stel me voor hoe het moet zijn als ik hier tussen veld en bos lopend dit gezin zou tegenkomen. Of eigenlijk … ik probeer het me maar niet voor te stellen. Hier zijn wel schapen; die staan in een wei. Die lopen niet in een kudde op de nog te laten groeien hei. Hoe zal dat samen gaan? Wat voor hond moet je als herder hebben om een roedel wolven uit de buurt te houden?
Ik stap verder en kom langzamerhand weer in de bewoonde wereld.
© Willem 300620