Woensdagmorgen. Ik had net een kennis uit het Luikse land, zo’n inboorling uit het eenvoudige landelijke dorpje Overpelt, aan de telefoon gehad. En hoewel ik er me telkens tegen verzet, ik voelde weer maar eens dat meestal latente superioriteitsgevoel van de stedeling opwellen. Een heerlijke sensatie.
“Nog iets gebeurd in Overpelt, de laatste tijd?” vroeg ik quasi-terloops op het einde van het gesprek. Ik kan het niet laten. Zo’n vraag op zich is natuurlijk al een provocatie. Er gebeurt immers nooit iets in Overpelt. Wel dan?
Recht in de roos! Hij schoot meteen uit zijn krammen. “Wij hebben tenminste een ziekenhuis! Zelfs jullie kindertjes worden stuk voor stuk hier geboren! En wat gebeurt er dan voor bijzonders in ‘die grote zandstad’ van jullie? Wat is er zo speciaal aan tientallen halve garen die een paar uur komen pretenderen een stenen beeld te zijn. En dan die nachtelijke lawaaimakers in het Burgemeesterspark, het Markt- of Hertog Janplein de hele vakantie lang! Vinden de omwonenden dat zo leuk, denk jij?”
Wat een pover verweer, zeg! Een ziekenhuis! Pfff! En waarom wonen al die dokters dan wel in Lommel?
Ik grommel nog wat na als ik mijn karretje uit zijn parkeerkelder rijd. Aan de weg snort een auto vlak voor me door. In de verkeerde richting. De chauffeur en zijn passagier zijn in een rustig gesprek gewikkeld. Ze zijn zich blijkbaar van geen kwaad bewust. Ik heb ze eens geteld van achter mijn venster aan de straatkant. Negen reden er die voormiddag via de verkeerde kant de rotonde op. Negen! Dat zullen er misschien wel van Overpelt zijn, dacht ik even. Die moeten het nog leren.
Op het einde van de Kerkstraat wordt me de weg naar de Lepelstraat versperd. De hele straat is met metershoge zwarte zeilen afgezet. En er loopt een halve kazerne politiespeurneuzen rond. Even later krijg ik de verklaring. Om kwart voor vier vanmorgen is de ING-geldautomaat opgeblazen. Vakkundig. De hele gevel van een winkel ligt eruit.
De daders? Wel gefilmd, maar gemaskerd. “Het zijn allemaal Oost-Europeanen die zo iets doen”, zegt een omstaande overvaltoerist. Wat later in een winkel hoor ik vertellen dat ‘een bende Polen een bankoverval gepleegd heeft’. “En het is gebeurd middels een implosie,” weet een oud-militair. Alles is naar binnen geblazen. Buiten lag er bijna niets!
’s Anderendaags lees ik in de krant dat de hele straat vol puin lag. En de politie heeft nog geen enkel idee over de identiteit van de daders.
Jazeker! In Lommel gebeurt er wel eens iets.
Chel Driesen