Vanmorgen vind ik in mijn brievenbus een flyertje van de ‘Getuigen van Jehova’. Op de achterkant staat een zeemzoeterige tekening van volmaakt gelukkig lijkende mensen en dieren – leeuwen, zebra’s, schapen en nog wat klein grut vredig onder elkaar – in een idyllisch landschap.
Vrolijk word ik er echt niet van, van zulke afbeeldingen. Maar sommige mensen wel, denk ik. Het mogen dan al rare snuiters zijn, die van Jehova, maar op hun kop gevallen zijn ze niet. In één weekend knutselen ze bijvoorbeeld een indrukwekkende tempel in mekaar. Ga maar eens kijken, daar aan het slachthuis. En hun leiding in Brooklyn, New York, heeft ook wel kaas gegeten van wat ‘pientere handelsgeest’ heet. Alleen in het uittellen van de juiste datum voor het Laatste Oordeel zijn ze tot nog toe wat minder succesrijk geweest. Maar dat kan ik hen niet kwalijk nemen. Voor mij mag het hier nog wat duren.
Ik kijk even naar het park. Het ziet er heel mooi uit. Het is rustig weer en alles lijkt de adem in te houden voor het uitbreken van de lente. Binnenkort ploppen alle knoppen weer open en wordt er in schuurtjes en garages her en der ijverig naar heggen- en snoeischaren gezocht. De grasmaaiers, pas terug van het winternazicht, mogen weer ronken dat het een lieve lust is! ‘Hebben we nog ‘benzien’, Mien?’
“De hangjongeren zullen dan ook wel weer verschijnen daar aan de achteringang van het cultuurcentrum”, denk ik. Ik heb namelijk vastgesteld dat hangjongeren, net als de meeste hangplanten, helemaal niet wintervast zijn. Zij schuwen blijkbaar de vorst. Maar met het mooie weer zal ook dat fenomeen vast spoedig weer opduiken.
Op de keukentafel ligt een prachtige glossy: de toeristische gids van Lommel voor 2015, uitgegeven door het stadsbestuur, neem ik aan. Ik ben onder de indruk. Maar als ik aan de foto op bladzijde 4 en 5 kom, schrik ik even. Dit lijkt toch echt wel recht uit de drukkerij van ‘De Wachttoren’ te komen! Een paradijselijk landschap met een kleurrijke windmolen en wat lachende kindertjes op de achtergrond. Daarvoor: de coalitie! Ja, echt! Maar een coalitie van vlees een bloed. Een coalitie die, bijna – of is het helemaal? – hand in hand, vrolijk over het frisse gazon stapt. De ferme blik onverschrokken op oneindig. En er loopt een al even guitig kijkende hond bij! Voor een groep dartele konijntjes is het nog net iets te vroeg op het jaar.
“Weet je”, zo besluiten de burgemeester en zijn schepen van cultuur hun bericht aan de bevolking schalks, “wij krijgen het er nu al warm van.”
Wij niet, zeker!
Chel DRIESEN