Herinner je je Maria van Bourgondië nog uit de geschiedenislessen? Even je geheugen opfrissen? Het mens werd in Brussel geboren in 1457 en ging, toen ze vijfentwintig jaar oud was, voorgoed van ons heen in 1482. En gewoon omdat ik het niet kan laten, gooi ik hier terloops een lekkere kluif naar de superfeministen onder mijn lezers. Wist je dat haar grootvader, Filips de Goede, haar doopsel weigerde bij te wonen omdat zij ‘maar een meisje was’. Ofschoon onze huidige hoofdstad toen nog overwegend Vlaams was – Broekzele heette ze toen nog – en, voor de muggenzifters, dat kwam van het nog veel oudere ‘Bruocsella’ en betekende zo iets als ‘haard in het moeras’, werd ze in het Frans opgevoed.
Frans was immers de hoftaal. Maria was de grootmoeder van de roemruchte Keizer Karel V en omwille van de talrijke erfenissen die ze ontving, werd zij door de bevolking ‘Maria de Rijke’ begenaamd. Maar, rijk of arm, als je valt doet het pijn voor allebei. Onze geschiedenisleraar was net haar ongeluk aan het beschrijven toen de bel ging voor het einde van de les. En hij begon vaak ruim laat, die leraar van ons, maar stoppen kon hij als de beste. Bij het eerste gerinkel dropte hij het krijtje waarmee hij bezig was in het bakje dat aan het bord hing, graaide hij zijn boeltje dat op de lessenaar lag samen en zei hij tijdens het buitenstappen: “In je agenda: Maria van Bourgondië”.
Gôh, wat had ik toen graag geweten of ze het overleefd had, die Maria. Maar daar zou ik op moeten wachten tot de volgende les. Ik fietste naar huis en in mijn verbeelding galoppeerde ik naast de grootmoeder van Keizer Karel! Net over de kanaalbrug koos ik het paadje dat zich vrij steil naar de dijk kronkelde. Een geoefend fietser als ik kon zo iets makkelijk rijdend. Ja hoor, met de vingers in de neus! Toen niet dus. Mijn voorwiel zette zich dwars in het mulle zand en ik ging ter aarde. Een week lang heb ik het op diverse plaatsen gevoeld. Tot ik in de volgende geschiedenisles vernam dat het met Maria helemaal niet goed afgelopen was. Ik had dus nog geluk gehad!
Ik geloof niet dat ik daarna nog vaak aan Maria van Bourgondië gedacht heb. En het ongeval met haar paard was ik helemaal vergeten. Maar toen ik mij eergisteren op mijn splinternieuwe fiets doorheen de bossen naar het Nederlandse Eersel begaf, hoorde ik kort na elkaar twee kleine knallen gevolgd door een plofgeluid. Er viel iets op de grond. Mijn zadel! En meteen begreep ik waarom ik zo’n pijn aan mijn achterwerk voelde. Al eens ooit op een zadelpen zonder zadel gezeten? Daar lag ik dus weer. Een eindje terug zag ik mijn zadel en nog een beetje verder lagen twee stalen bouten, middendoor gebroken.
Ineens wist ik weer alles over Maria van Bourgondië. Wat hierboven staat, heb ik niet eens moeten opzoeken. En weer heb ik het overleefd.
Chel Driesen