Deze week kwam het bericht dat het klimaat in Europa bijzonder snel opwarmt. Dat is eigenlijk groot nieuws, maar wordt gepresenteerd als een fait divers. We zijn het gewoon en doen maar verder. Dat is op zich al heel bijzonder, maar wat ik raar vind, is dat er dan over gesproken wordt over hoe we hiermee kunnen omgaan. Hoe kunnen we ons wapenen tegen de klimaatopwarming? Die vraag wordt nog gesteld, maar het gaat steeds minder over wat we kunnen doen om de opwarming tegen te gaan. Dat baart toch zorgen, niet?
En ondertussen moeten we er met zijn allen plotseling van overtuigd zijn dat er gigantische bedragen moeten worden uitgegeven aan defensie. Aan het begin van het jaar was dat nog geen issue, maar oom Donald is aan zet ginderachter en nu moeten we! Geen maatschappelijk of politiek debat hierover. Het moet. Klimaat? Ach ja, daar modderen we maar wat aan… We zien straks wel. Cadeautje voor onze kinderen.
Vanuit deze overpeinzingen ontstond volgende parabel:
Het is heel erg raar, maar het sneeuwt in april! Soms is dat zo, maar nu is het een enorme sneeuwstorm. Zo komt het dan ook dat heel wat mensen, dingen, dieren en ideeën ondergesneeuwd geraken. Mensen zitten en denken in witte hokjes en graven tunnels waardoor ze nog maar één einde zien.
Ook de klimaatcrisis is ondergesneeuwd. Die ligt ergens onder de sneeuw. Het enige wat je er nog van kan zien, is een klein rood vlagje dat net boven de witte oppervlakte heen en weer zwaait. Met een verrekijker kan je zien dat er “help” op staat geschreven. Maar niemand komt met een schop. De ene loopt erlangs door en de andere schopt eens tegen het vlaggetje. Iedereen is met zichzelf bezig.
Men probeert zijn eigen hachje te redden: er wordt extra hout aangevoerd voor de kachel; er wordt gehamsterd; geplunderd en geroofd… Er is paniek, maar niemand denkt eraan om eens onder dat rode vlaggetje te gaan kijken. Er wordt nochtans al heel lang mee gezwaaid, lang voordat de eerste sneeuwvlokjes uit de lucht vielen. Iedereen had het wel gezien, maar er waren andere dingen te doen.
Ook nu nog, waar nog maar een streepje rood van het vlagje te zien is, blijken er andere dingen te zijn die veel belangrijker zijn. Misschien komen de buren wel onder de sneeuw door om onze beschutte sneeuwhokjes in te nemen. Daar moeten we ons tegen wapenen, tegen die onderkruipers! En hier zit er eigenlijk ook nog ene in ons hok die niet bij ons hoort, die moet maar terug de sneeuw in.
Ondertussen sneeuwt het verder. Dat kunnen we niet verhelpen. Soms sneeuwt het in april. Misschien ook nog wel in mei. Of juli. En september…
Jan Verheyen