Liefste dagboek,
Toen ik vanmorgen opstond, voelde ik meteen heel veel stress. Ik zag mijn to do-lijstje en werd er misselijk van. Wat ik vandaag allemaal moet doen!
Ik moet mijn school afmaken; een studie kiezen, die de rest van mijn leven zal bepalen; ondertussen een lief zoeken; beslissen of we wel of niet willen trouwen, voor de kerk (of achter); me afvragen of trouwen überhaupt wel een goed idee is, financieel, administratief en fiscaal gezien - het huwelijk zelf zal ik nog wel uithouden tot vanavond – dan werk zoeken, het liefst iets waar ik blij van word; een huis kopen, bouwen of verbouwen; misschien komen er kindjes, daar zal ik mijn handen mee vol hebben; kindjes worden groot, ondertussen bolt mijn leven ook verder, maar dat heb ik tegen dan zelf niet meer in de gaten; kindjes worden nog groter, beginnen ook aan hun leven; ik word ouder, het begint buiten al stilaan donker te worden; wat als ik straks behoeftig word, misschien naar het bejaardentehuis moet…
En ondertussen moet ik voortdurend oppassen dat ik niet vroegtijdig plat tegen een muur word geplakt. Ik vlieg eigenlijk al een hele tijd op de tippen van mijn vleugeltjes. Een burn-out gluurt achter de hoek.
Ja, liefste dagboek, ik moest vanmorgen even diep in- en uitademen om deze gedachtegang ergens in mijn achterhoofd te parkeren. Ik heb daarvoor in mijn hersenpannetje een overdekte parkeergarage gemaakt met een grote, dikke, rood-wit-gestreepte bareel en daarachter ook nog een poort die naar boven kan openrollen. Maar nu valt de poort keihard achter mij dicht en ik sluit zo de stress op in de garage. Als ik die geparkeerde gedachten straks wil terugkrijgen, zal ik eerst op zoek moeten gaan naar de kassa van de parking, want die kunnen nogal eens goed verstopt zitten tegenwoordig. Ach, laat het daar maar staan…
Zo ben ik aan mijn dag begonnen, met opgeheven hoofd en een ingebeelde, maar werkbare lichtheid van het bestaan. De moetjes en magjes van mijn lijstje werden er niet minder op, maar morgen is er een nieuwe dag… misschien. Niet te veel nadenken en gewoon gaan. Alles op zijn tijd en je kan toch niet meer dan één ding tegelijk.
Ik herhaal: je kan maar één ding tegelijk. Kan iedereen dat eens begrijpen? Ik ben de hele dag - mijn hele leven dus - bestookt met mails, berichten, reclame... Dat komt er allemaal bovenop, alsof ik niet genoeg te doen heb. Nog een extra vergadering hier, nog een brandje blussen daar… Dat had ik allemaal niet voorzien in mijn planning en ik kan het niet vooruitschuiven, want het zit er al bijna op: de avond valt en ik ben moe!
Maar nu, aan het einde van de dag, kom ik erachter dat ik vanochtend één dingetje ben vergeten op mijn lijst: tussen alles door mag ik niet vergeten om te genieten. Dat noemen ze leven. Raar.
Vaarwel, mijn liefste dagboek.
Jan Verheyen