Bloemen roepen veel herinneringen bij me op. Hoe luidt ook weer dat spreekwoord?
”Bloemen verwelken, schepen vergaan, maar onze liefde blijft altijd bestaan.” Klopt niet, hoor.
Zo kocht ik voor de verjaardag van mijn eerste hartendief een mooie ruiker bloemen. In de bloemenwinkel stonden ruikers van verschillende prijzen. Gezien mijn beperkt studentenbudget kocht ik de goedkoopste. Toen ik weer buiten stond sloop er een schuldbesef in mijn hoofd, dat mij bleef achtervolgen. Als ik mijn lieve schat echt graag zou zien, dan moest ik de allermooiste bloemen voor haar kopen. Toch? Dit deed me twijfelen aan de oprechtheid van mijn liefde. De bloemen en mijn benen wogen als lood toen ik naar haar fietste. Bij elke pedaaltrap schoot de twijfel naar omhoog.
Vele jaren later, toen mijn jongste zus verjaarde, vergat ik bloemen voor haar te kopen. Om mij uit de slag te redden stopte ik langs de kant van de weg en repte me een weide in waar de bloemen welig tierden. De weg waarover ik het heb, was echter een snelweg, want ik was onderweg naar haar. Ik plukte een gevarieerde tuil bloemen, waaronder heel wat klaprozen. Plots stopte er een politiecombi. “Meneer, je papieren graag!” klonk het. “Weet gij niet dat ge hier niet zomaar moogt stoppen!?” In de combi maakten ze een proces-verbaal op. Onderaan mijn verklaring stond: “was bloemetjes aan het plukken.” Toen ik bij mijn zus aankwam, zag ik tot mijn scha en schande dat de klaprozen verwelkt waren. Ze lagen er zo slap bij als een krop sla die al een week in de frigo ligt.
Ja, klaprozen zijn klaplopers. Ze verschijnen met veel poeha met veel rouge op de wangen, maar verdwijnen dan weer even snel als ze gekomen zijn. Eén enkele klaproos betekent trouwens niet veel. Als ze in groep samentroepen in een veld, dan overweldigen ze mij met hun schoonheid. De klaproos is de paria onder de bloemen. Ze bloeit vooral op verlaten bermen, op arme grond. Een armoeizaaier eerste klas. Daarom hou ik zo van haar. Zonder twijfel, zonder achtervolgend schuldbesef.
Jef LINGIER