Na Hillary Clinton was ik vorige week het slachtoffer van een Russische hacking. Mijn mails waren plots verdwenen en al mijn mailadressen ontvingen een bericht dat ik in Oekraïne vastzat zonder geld of paspoort. Ik vroeg zogezegd dringend om geld zodat ik mijn hotel en mijn vliegticket kon betalen. Twaalf vrienden belden mij op, sommigen heel ongerust. "Alles oké met je?"
Ja, alles oké, het was - om het in Trumpiaanse termen te zeggen -
fake. Ik zat niet in Oekraïne, maat veilig en wel in Houthalen. Iemand gaf me de raad klacht neer te leggen bij de politie. Cyber crime, weet je wel. De politie tilde er minder zwaar aan dan ikzelf. "Komt vaak voor," zeiden ze. Om de dader van de hacking op te sporen hebben ze geen budget en justitie stelt dit niet als prioriteit. En de kous was af. Ik vind toch dat ze dit nader hadden moeten onderzoeken, want ik vernam van vrienden dat dit inderdaad vaak voorkomt. Reden te meer om dit ernstig te nemen.
Ik was er vanaf met 59 euro bij mijn computerman: een nieuw mailadres, een nieuw wachtwoord en een betere virusscanner. Hopelijk vallen de Russen niet meer binnen.
Jef LINGIER