Niet alleen de mensen maar ook de dieren, zoals de mollen, hebben het lastig met dit aanhoudend regenseizoen. Door de overvloedige regen zijn veel weilanden ondergelopen. Ook de onderaardse gangen van de familie Vanmol liepen onder. Het was daar dweilen met de kraan open. Kleine zandzakjes werden door de hele familie aangedragen. Gelukkig kon Pol Vanmol zwemmen, want het water kwam daar tot aan de lippen.
Het was alle hens aan dek, en nog was het als water naar de zee dragen. Zijn vrouw Nicol was in alle staten en ging met de aftrekker te keer. Omdat een mol normaal niet kan praten, laat staan schreeuwen, gebaarde ze in gebarentaal met uitroeptekens dat hij met emmers het water moest hozen. Mollige Nicol moest je met een korrel zout nemen, dat wist Pol. Hij hoosde en hoosde maar. Het water bleef maar stijgen. Tot op zeker moment Raf de waterrat het bos alarmeerde en met zijn schorre stem om hulp schreeuwde. Iwein het everzwijn kwam met zijn log lijf aangestormd en dacht er van te kunnen profiteren om wat lekkere wormen op te fretten. Jos de vos, die zowat de coördinatie van de reddingsactie op zich nam, duwde hem weg. Hij deelde laarzen en gele jekkers uit. Vanwaar die plots tevoorschijn kwamen weet niemand. Maar ja, daarvoor is Jos dan ook een vos met slimme streken. Toen de klus geklaard was en het laatste sopje uit de tunnels gedweild was, klapten de mollen in hun kleine pollen. Zoveel solidariteit hadden ze niet verwacht.
(Jef Lingier)