Donderdag, toen ik naar mijn auto stapte, sprak een man mij aan. "'k Heb uw boek gelezen, ik vond het interessant." Het was nog vroeg in de morgen en wist eerst niet dat ik ooit een boek geschreven had. "Ja, over het buurtwerk in de Mijnstreek," hielp hij mij. "Wist je dat wij buren zijn? Daar woon ik," wees hij. Ik vond het wonderlijk dat ik hem na vijf jaar nog niet kende en nu plots wel. Ik was blij met deze onverwachte ontmoeting.
Zondag ging ik met de bus naar Hasselt. Op de bus zat een Afrikaans gezin met twee jonge kinderen. Ik vroeg op de man af vanwaar ze kwamen. "We wonen nu in the refugeecamp in Helchteren," zei hij, "maar we komen uit Ghana." Ze verblijven al drie maanden in Helchteren en hadden pas gisteren hun eerste interview bij de dienst vreemdelingenzaken. De man vertelde me waarom hij was moeten vluchten. Een afgrijselijk verhaal. De definitieve beslissing om te vluchten nam hij pas toen hij in de luchthaven was. "Ik heb daar heen en weer gewandeld en mijn kansen afgewogen," zei hij. "Maar als je leven in gevaar is hak je de knoop toch snel door." Toen ik plots uitstapte vroeg hij mijn naam. Te laat echter, ik stapte uit en wuifde. Ik was blij met deze onverwachte ontmoeting.
Jef LINGIER