Bedaard en ietwat aarzelend stap ik naar de dokterspraktijk. In het grote venster zie ik mijn dubbele reflectie: enerzijds mijn iets te mollige spiegelbeeld en anderzijds mijn gedachten, die gelukkig wel nog scherp zijn.
Een minuutje later voel ik me als een marsmannetje in de wachtruimte. Klein lokaal, veel te veel mensen. Ondanks de zomerse coronaluwte sta ik daar weer bij stil, vooral omdat het dragen van een mondmasker hier verplicht blijft. Dat staan mag je heel letterlijk nemen, want alle stoelen zijn bezet. Van de zes andere personen die zich in deze ruimte bevinden, lijken er minstens vier forser dan ik. Ach, wat maakt het uit? In de ruimte is in principe iedereen gewichtloos.
Alle aanwezigen lijken me aan te staren als ik in mijn hoekje buitenaards sta te wezen. Van kop tot teen word ik geïnspecteerd. De vlezigste vleeskeurder is van Turkse origine. Hij draagt zijn mondmasker niet helemaal reglementair en mede daardoor heeft hij de vriendelijkste uitstraling van alle gezetenen. Daar heb je ‘t weer, dat lichte gevoel in mijn hoofd. Dat draaierige. Ik sluit meteen mijn ogen en zie huppelende sterretjes in een zee van zwart, alsof ik daadwerkelijk in het hemelruim ben, de o zo mysterieuze kosmos. Ik heb nog zoveel vragen. Als de NASA onderzoeken uitvoert, zou er dan ruimte zijn voor improvisatie? Is het heelal wel halal? Laatst las ik dat alle dranken voor moslims halal zijn, behalve alcohol. Is daarom de Melkweg? Tsjonge, ik ben er erg aan toe. Ik zou zelf ook beter geen alcohol meer drinken.
Een voor een worden de inspecteurs weggeroepen door drukdoende dokters. Blij dat ik wat anoniem kan zitten. Heel even ben ik zelfs alleen. Eindelijk zuurstof! Ik voel me gelaten. Als een windje. Met rust gelaten. De pijn in mijn zij vermindert met de minuut.
‘Ik ga je sowieso sterkere pijnstillers voorschrijven,’ zegt de dokter uiteindelijk na zijn onderzoek. ‘Op basis van je verhaal en klachten concludeer ik dat je ribben gekneusd zijn. De duizeligheid komt vooral door een gebrek aan nachtrust en dat is begrijpelijk, aangezien liggen de meeste pijn veroorzaakt. Eens je beter slaapt, zal je je minder draaierig voelen overdag. Foto’s laten maken lijkt me overbodig als het niet verergert. Een klaplong heb je alleszins niet.’
Applaus, denk ik bij mezelf. ‘Prima,’ zeg ik. ‘Ik haat foto’s omdat ik altijd het gevoel heb dat ik er afschuwelijk op sta. ‘t Zal mijn vrouwelijke en onzekere kantje zijn. In principe wil ik gewoon horen dat het niet zo is, dat het allemaal best meevalt. Zoals nu, met mijn symptomen.’
‘Danny Danny, je bent me er eentje! Ik zou zeggen: wees in de toekomst wat voorzichtiger. Jong willen blijven juich ik toe, maar op een gegeven moment volgt het lichaam de geest niet meer zo makkelijk. Hou daar rekening mee, zeker als je nog eens naar je huisdieren of kinderen wilt duiken op nat gras.’
Bij het verlaten van de dokterspraktijk kijk ik opnieuw even naar mijn weerspiegeling in het venster. Dat mollige valt eigenlijk nog best mee, net als het voorbije doktersbezoek. Blij dat ik niet meer in de ruimte ben, maar in de wolken. Het daaropvolgende vreugdesprongetje beklaag ik me ogenblikkelijk.
Danny VANDENBERK