Met mij hoef je geen rekening te houden, alhoewel ... Zoals ik is er maar een. Ik eet en drink voor twee, lijd aan hypochondrie, amuseer me kostelijk aan mijn klavier, maar neem per dag toch een koffiepauze of vijf om mijn woordkeuzes te overwegen. Mijn broek hangt dan af en toe op half zeven, ook al ben ik wat mollig en zacht. Geef me genegenheid en je krijgt het in tienvoud terug.
Vandaag voel ik me bovenal een hypochonder. Als ik te ver ga, verga ik van de pijn, maar zelfs bij het minste hoofdpijntje vrees ik voor een hersentumor en dan wil ik geruststelling als pijnstiller. Dokters maken me net angstig, dus ga ik zelf op zoek naar kennis. Kennis is macht. Hoe overbodiger en zinlozer, hoe heilzamer voor mijn brein en hoe sneller mijn klachten verdwijnen.
Hoe weten echte pijnstillers waar je pijn hebt? Niet! Eigenlijk zijn ze een vorm van verspilling. Ze zorgen ervoor dat je overal in het lichaam minder pijn voelt, niet alleen op de plaats waar het echt pijn doet. Heeft ook te maken met de hersengolven, lees ik al surfend. Wat heb ik het ineens koud.
Dagdromen is dan weer geen verspilling, lees ik verrukt. Ik wist het! Het getuigt net van een efficiënt brein. Onderzoeken hebben aangetoond dat mensen die tijdens het uitoefenen van ‘simpelere’ taken aan iets anders denken of ‘dagdromen’, over een groter werkgeheugen beschikken en dat blijkt vaak voordelig te zijn voor hun prestaties. Dagdromen is zelfs goed voor je hersenen en levert mogelijk creatieve ideeën op, staat er. Aha! Wat verder lees ik dat het toch wel gevaarlijk kan zijn vanwege een te grote afleiding en concentratieverlies. Lijkt me onzin. Kijk! Buiten vliegt een zwaluw!
Op trektocht misschien? Zou kunnen. Verdorie, ik heb zelf ook wel een hongertje. ‘Mijn maag rammelt,’ zegt men dan weleens. Fout! Dat knorgeluid komt uit de darmen! Daar zitten immers heel veel bacteriën. Om te voorkomen dat deze hoger in het lichaam zouden klimmen, reinigt de dunne darm zich elk anderhalf uur door krachtige samentrekkingen, meestal op het moment dat er weinig voedsel aanwezig is. Wel wel wel! Dat is nu precies wat ik bedoel. Kennis voedt mijn brein. Die suikerwafel helpt ook wel, moet ik zeggen. Smakelijk. Dank je.
We hebben het ook al wat warmer ondertussen, al blijft mijn neus koud, zoals bijna altijd. Eureka! Wat lees ik hier? ‘Infraroodcamera’s hebben aangetoond dat de neus kouder wordt wanneer je denkwerk verricht, omdat er dan meer lucht en minder bloed door de neus stroomt, een combinatie die de temperatuur doet dalen.’ Het staat er echt! Ik denk dat ik een denker ben en dat maakt me filosofisch. ‘Je pense, donc je suis!’ Ik ben helemaal van Descartes. Nu mijn hoofdpijn verdwenen is, lust ik wel een hoofdgerecht: Bacon met Spinoza in roomsaus en als dessert zou ik kiezen voor een Plato Freud, eventueel overgoten met wat kriek uit de Kierkegaard. Een tafellaken van Kant vind ik trouwens ook heel stijlvol. Het bedienend personeel moet overigens wel getest worden op Covid-19. Ik zou niet willen dat iemand in mijn buurt zou Nietzsche. Eens een hypochonder, altijd een hypochonder. Hou desondanks van me, je krijgt het in tienvoud terug.
Danny VANDENBERK