De laatste tijd lijk ik wat onzeker en vergeetachtig, zei mijn bezorgd klinkende dochter me daarstraks aan de telefoon. Of ik daar zelf nog niks van gemerkt had?
Nee dus. Ik had helemaal niks ernstigs gemerkt. “Maar misschien bewijst dat net haar indruk,” dacht ik achteraf bang. Het fameuze ontkenningsstadium, weet je wel? En die fase is precies de aanleiding voor de fatale diagnose! “Drinkt u regelmatig te veel, meneer?” “Nee hoor. Alleen bij speciale gelegenheden en dan nog met mate.” Lap! Ontkenning! En voor je het beseft zit je in een afkickcentrum in Bierbeek. Bierbeek,
of all places! Als nomen hier geen omen is!
Iedereen heeft het toch wel eens voor dat hij/zij wat vergeet. En daar hoef je niet eens mijn leeftijd voor te hebben! Ik had het vroeger al moeilijk met het onthouden van namen van leerlingen. Ja, die gezichten veranderden ook voortdurend. Gladde babyfaces kwamen na een vakantie wel eens terug met de onmiskenbare sporen van een zich aankondigende snor! En hun kapsel, vooral dat van de meisjes, veranderde ook al met de week! Het is bijgevolg wel eens gebeurd dat ik iemand die ik in het vierde jaar wat Engels had proberen bij te brengen, in september van het zesde jaar vroeg of hij nieuw was. Ik heb me leren redden uit die gênante toestanden door het perfectioneren van mijn akoestisch geheugen. Als mijn visuele memorie me in de steek liet, herkende ik ze op de duur feilloos aan hun stem. Hoewel, bij de jongens geraakte je ook daarmee soms reddeloos in de knoei. Wie voor de zomervakantie nog voor pret zorgde, met stembanden die plots een heel octaaf oversloegen, kwam twee maanden later ooit terug met een diepe sonore bas!
Is het dan zo abnormaal als je, zoals pas met oudejaar, elf gasten in huis hebt, niet meer weet waar je kop staat en je autosleutels in het laatje van je nachtkastje boven op je merkonderbroeken legt? (Ik weet niet waarom, maar ik denk nu ineens onwillekeurig aan de fenomenale Zweedse tennisser Björn Borg.) Eigenlijk zocht je een schone zakdoek. Maar zakdoeken liggen weer in een andere la.
Mag het je dan verwonderen dat je, tijdens het zorgvuldig inschenken van de nieuwjaarsbubbels, je vrouw wel eens aanspreekt met de voornaam van je kleindochter? Of van je ex? Loert alzheimer om de hoek als op de TV een gezicht verschijnt dat je vast en zeker al duizend keer gezien hebt? Maar net nu kun je niet op de naam komen. Pas straks, als de televisie al lang uit staat en je op de badkamer met een schuimend borsteltje je tandprothese staat te mishandelen, schiet je die plots weer te binnen. Héél soms ga ik preventief op zoek naar dingen die ik nog niet eens kwijt ben. Mijn horloge bijvoorbeeld. Terwijl ik het aan heb.
En wat is er dan verdomme fout met een gewone verstrooidheid
Op de keukentafel ligt een oud Nieuwsblad. Uit de papierbak gevist om mijn aardappeltjes op te schillen. Mijn oog valt op de kop boven een artikel. ‘Man verliest teelbal tijdens betoging in Parijs’. Het zal toch niet waar zijn! Wist-ie niet meer waar hij ermee gebleven was? Toch zelf ook maar gauw even in het laatje van het nachtkastje kijken.
Chel DRIESEN