"Hei Witte!" Mijn broer Dré heeft het vaak moeten horen. Een felwitte kruin had hij. En voor je klasgenoten was dat destijds genoeg om je echte naam te doen vergeten. Ernest Claes treft natuurlijk schuld aan dat fenomeen. De ‘Witte van Zichem’ was zowat het prototype van de recalcitrante rakker. Met wittekoppen viel geen rechte voor te ploegen. En dat mijn vader beweerde dat mensen met wit haar de wind konden zien, maakte het voor het zelfbeeld van onze Dré niet makkelijker.
Ik moest eraan denken toen ik gisteren in de krant las over die wanhopige roodharige jongen. Hij werd zwaar gepest omwille van zijn ros haar.
Dat heb ik nooit begrepen. Echt niet. Ik vond een rosse kop prachtig. Eerlijk. En ik ben nog steeds niet van mening veranderd. Ik heb een kleine halve eeuw geleden stiekem lopen hopen dat mijn kinderen rosse rakkers zouden zijn. Omgaan met pesten heeft ook veel te maken met hoe je op de pesterijen van die idiote stomkoppen reageert. Mijn broer bijvoorbeeld – dat weet ik zeker – was er zelfs een beetje trots op dat ze hem ‘Witte’ noemden. En zo’n houding snoert pestkoppen efficiënt de mond. Maar niet iedereen beschikt over dezelfde weerbaarheid.
Op trouwfeesten in mijn familie – ik val in herhaling, maar ik had zes zussen, dat zijn dus zes trouwfeesten – werd bij het begin van het diner, net voor het opdienen van de obligate ‘tong in madeirasaus’, een ludiek reglement voorgelezen. Daarin stond dat – i.v.m. de lichtverdeling – ‘kletskoppen’ vriendelijk verzocht werden op de vier hoeken plaats te nemen. Daar moesten wij toen om lachen. Niet uitbundig – zo grappig vonden we dat destijds ook al niet meer – maar hier en daar werd er wel een kalende oom plagend aangepord. En bij mijn weten heeft zo’n man daarna om die reden nooit suïcidale neigingen vertoond.
Gisteren, donderdag, dreef een licht gevoel van beginnende eenzaamheid mij naar mijn stamkroeg. De wedstrijd Brugge – Manchester United kwam op TV en het is toch echt wel prettiger om een dergelijk emotierijk evenement in gezelschap van vrienden te beleven. Maar op donderdagavond is de ‘Stammtisch’ van De Kroon gereserveerd voor wat late veertigers die ze tegenwoordig ‘medioren’ noemen. ‘De Vergadering’ heet die groep. En toen de eerste drie leden, Jan, Patrick en ‘De Swies’, net vóór me plaatsnamen, werd mij het zicht op de TV aanzienlijk belemmerd door de weerkaatsing van de lampen in hun kale schedels. Toch niet zo dom dus, dat reglement van vroeger.”Word je van vergaderen kaal?” Heb ik nog gevraagd. En daar konden ze gelukkig om lachen.
Ze hadden het erover dat Paulien, de waardin, zich recent een ‘scheurhut’ had aangeschaft. Dat blijkt een soort ‘remorkske’ te zijn met een ‘bâche’ erover. Dat kun je dan op een camping, na een resem gefrustreerde vloeken, uitbouwen tot een heuse slaapgelegenheid.
Het tweede deel van de wedstrijd heb ik thuis gekeken. En o ja, ik vind dat Brugge een dikke penalty verdiende in de eerste helft.
Chel DRIESEN