Sinds Bart De Wever het woord
‘Gutmensch’ uit de archiefkelders van de Duitse taal opgediept heeft, kent iedereen het. Toch maar even de betekenis opzoeken voor ik er onzin over ga uitkramen, dacht ik vanmorgen. Ik vertaal even vrij uit het Duits wat ik erover vind.
Gutmensch: naïeve mens die zich op onkritische, overdreven, zenuwslopende wijze ‘correct’ gedraagt of zich voor ‘correctheid’ inzet.
Nu blijft natuurlijk de vraag wat men met de term ‘correctheid’ bedoelt. Ik ga een poging wagen om – ofschoon schriftelijk – luidop te denken en zodoende een verklaring te vinden.
Vanmorgen bij mijn – door de werkzaamheden in het centrum nog steeds moeilijk te bereiken – bakker: ik wil twee rijsttaartjes en één abrikozentartelette. Mijn dochter zal het niet graag vernemen, maar dat wordt vandaag mijn ontbijt. Ik mag ook wel eens wat hebben! Naast mij in de file voor de kassa staat een man die ik vaag ken.
“Witte wa ‘k giestërëmergën gëzien hem?” zei hij. Neen, dat wist ik niet. Berustend knorde ik een of ander ontwijkend antwoord terwijl ik wist dat het hele verhaal toch onvermijdelijk zou volgen. Hij had – om half zes nota bene! – een auto gezien met een Poolse nummerplaat! “En wá dün Polën hier um half zés ’s mergës ien nën òttóó?” vroeg hij zich, veelbetekenend de wenkbrauwen fronsend, af. “Tja, wat deed jij zelf daar toen?” vroeg ik. “Ikkë? Ik reej nor ’t werk”, zei hij. “Tja, die Polen waarschijnlijk ook”, antwoordde ik. “Wá sát”, zei hij. En toen volgde er een tirade over die buitenlanders die ze allemaal terug de grens over moesten jagen. Ja, en ook dat gespuis van het Parelstrand. Voor mij was het duidelijk: dit was geen correct denkende Gutmensch.
Je hebt ze waarschijnlijk ook gezien in je krant, die foto van een in paniek vluchtende kangoeroe met op de achtergrond de huizenhoge vlammen van de Australische bosbranden. En ocharme die koalaatjes met brandwonden! En in Syrië zijn er katten gewond geraakt in de oorlogsgevechten! Voor kangoeroes en koala’s breien dames in Heusden-Zolder en Genk collectief nestzakjes. En je kunt voor een habbekrats een heel jaar lang adoptieouder worden van zo’n schattig beest
down under. Een Nederlandse mevrouw uit Maaseik vangt dan weer Syrische poezen op. Er is een kater bij met een verlamd achterlijf. Boshar heet hij. Ik ben een groot dierenliefhebber en mijn eigen huiskat is verregaand verwend, maar dan denk ik: “Ga naar de dierenarts en laat dat beest asjeblief een spuitje geven.”
Er is toch iets fundamenteel fout als die man bij de bakker vindt dat Oost-Europeanen en Parelstrandbewoners de grens over gejaagd horen te worden terwijl andere mensen ergens in Limburg de verlamde blaas van Syrische kater Boshar twee keer per dag leegdrukken en leden van vrouwenverenigingen lamme armen krijgen van het breien van nestzakjes. Ben ik nu een ‘Schlechtmensch’?
Chel DRIESEN