Het spijt me, maar ik krijg het even moeilijk.
Hebben jullie er enig idee van hoe het voelt als je de sterke indruk overvalt dat je het allemaal niet zo goed meer begrijpt?
Zo interpreteer ik de uitleg die ik van mijn dokter krijg wel eens fout. Zo hoor ik moslims wel eens verkondigen dat ze een vredelievende en tolerante godsdienst belijden. En ’s anderendaags vind ik dan op Youtube een filmpje dat toont hoe twee jonge homo’s ergens in een moslimland opgeknoopt worden. Ik zie foto’s van een panda die een jonge muis lijkt te verslinden. Ik hoor een Antwerpenaar op de radio vertellen dat hij daar kiekenvlees van krijgt. Het E.K. is bezig. Toevallig zie ik hoe de doelman van Hongarije blijkbaar ’s morgens zijn korte broek niet gevonden had in de kast. En er worden voetbalwedstrijden rechtstreeks uitgezonden waarin na vijfenveertig minuten niet één schot op het doel te noteren valt.
Maar echt erg wordt het pas als je lezers je ook niet meer begrijpen.
In een recente column probeerde ik de draak te steken met ingewortelde foutieve woorden. Ik had het o.a. over een meisje dat lybisch was, een man die algerisch reageerde op berkenpollen, een koorzanger die ‘alleloeleja’ zong in plaats van ‘alleluja’ en iemand die de hele samenleving maar absurb vond. En nu mailt me een lezeres uit Neerpelt vermanend dat er toch wel enkele fouten in mijn tekst staan. Een andere dame, uit Overpelt ditmaal – waar anders? – stuurt me de elektronische rechtzetting dat het helemaal geen muis was die die panda leek op te vreten. Ik moest maar eens goed leren lezen voor ik zelf iets schreef, vond ze. Nog een lezeres – waarom eigenlijk altijd vrouwen? – vindt het erg dat ik sluimerende gevoelens van vijandigheid tussen de inwoners van het Luiks land en die van Lommel aanwakker. Ze meende dat te lezen in één van mijn stukjes.
Ik voel me eenzaam. Snik. En ik bedoel het allemaal zo goed. Geraak ik nog wel uit deze dip?
En dan, achter de tapkast van De Kroon, zie ik Jefke weer. Nu heb ik al sinds mijn studententijd, ten gevolge van een auto-ongeval, een licht misvormde linker oorschelp. Niks om een psychisch trauma aan over te houden, maar ik heb het wel. En mensen die Jefke soms tegen mij tekeer horen gaan, zullen het niet geloven maar weet je wat er gebeurd is? Ze hebben in het ziekenhuis een hoekje uit Jefkes oor gesneden. Ik weet zeker dat hij dat uit steun aan mij heeft laten doen. Heb dank, beste vriend! ‘Jefke’ noemen de klanten hem, maar voor mij is hij vanaf nu een grote ‘Jef’!
Chel DRIESEN