Een grote fan van Sinterklaas ben ik nooit geweest. Daarom vond ik het allesbehalve erg om te vernemen dat hij in feite niet bestond, zeker omdat ik bijna zelf de baard in de keel had toen ik hoorde dat de zijne nep was. Het vertrouwen in mijn ouders, mijn steunpilaren, was en is onvoorwaardelijk. Bijgevolg vond ik het maar zozo dat ze me zó veel jaren zó schandalig voor het lapje hadden gehouden. Anderzijds hadden de sinterklaasdagen iets magisch qua spanning en gezelligheid en heb ik bijna al mijn kinderwensen zien uitkomen, vandaar geen enkel verwijt naar mijn verwekkers toe, alleen dank. Veel dank.
En toch, toch voelde het voor mij niet juist. Buiten ons gezin, in de boze grotemensenwereld en ook in scholen werd een kinderfeest naar de vaantjes geholpen door er dreigende, angstaanjagende elementen aan te verbinden. Waarom? Om kinderen te doen luisteren?
‘Pas op, want Zwarte Piet steekt je in zijn juten zak als je niet braaf bent geweest!’ Hoe wist ik in godsnaam of ik braaf genoeg was geweest? Veel te ongedefinieerd en voor interpretatie vatbaar! Paniek! Kinderlijke conclusie: onze ‘anderskleurige’ medemens was voor geen haar te vertrouwen. In die tijd wist ik uiteraard niet dat het om roetpieten ging, nee, het waren ‘lenige negers’. Jarenlang heeft de volwassen wereld een klein racistje van mij gemaakt. Angst werkt racisme in de hand en voedt discriminatie.
Gelukkig heb ik al een hele tijd geen vooroordelen meer jegens mensen met een andere huidskleur dan de mijne. Diep vanbinnen zijn we allemaal hetzelfde, zoals de binnenkant van onze handen of onze voetzolen bij iedereen ‘blank’ zijn, al is dat tegenwoordig een min of meer fout woord. Niet woke of zo, weet je wel. Tja. Wit (blank), zwart (donker), geel (Aziatisch) of blauw (smurfen) … wat maakt het uit? Net zoveel als dat Zwarte Pieten roetventjes zijn of getinte medemensen. Wat wél heel, heel belangrijk is: laat ze sympathiek, goedlachs en kindvriendelijk zijn. Altijd! Laat het alsjeblieft geen boemannen zijn. Dat is voor mij het enige wat écht ‘fout’ is.
Ondertussen zijn mijn eigen kinderen de sint al ontgroeid. Tegenwoordig gaat dat heel wat sneller. Ze zijn natuurlijk een pak minder naïef dan ik in mijn jonge jaren, maar toch heb ik er persoonlijk op toegezien dat ze nooit sinterklaasvrees hebben gehad. Zo schattig, die goedgelovigheid, en wat was het mooi om die kinderlijke verwondering te zien, zolang het duurde. Van de andere kant vind ik hun nuchtere aanpak en hun huidig realisme even prachtig. Fantasie hebben ze genoeg en voor hen zijn alle mensen gelijk. Voor hen begint iedereen met een propere lei.
Ikzelf heb een hele poos nodig gehad om mijn lei af te vegen. Onnodig tijdverlies. Verloren tijd, zeker geen verloren moeite. Een kind zal ik altijd blijven, maar gelukkig niet op elk vlak.
Danny VANDENBERK