Het is nog niet het ideale koude weer voor een heerlijk warme tas soep, maar ik had er deze week zo een zin in dat ik dacht foert. Een hele zomer zonder soep, een zomer die precies maar blijft duren, is lang genoeg geweest. Dus ik huldig het soepseizoen in. Nu ja als je mij liet doen at ik het hele jaar door soep, maar mijn huisgenoten zijn eigenlijk alleen maar soep eters als ze half bevroren thuis komen van school of het werk en ze hun dan lekker kunnen opwarmen vooraleer ze aan hun huiswerk beginnen. De eerste soep wordt een simpele, witloofsoep, raar maar waar hier is er ene die zijn neus ophaalt voor witloof, maar in de soep lust hij het dan weer wel. Dus mooi meegenomen om hem toch zijn dosis groenten te laten eten.
Ingrediënten:
Witloof – ui – kippenbouillon (ik gebruik bouillonblokjes met water deze keer) – room – look – peper en zout – 500gr gehakt.
Bereiding:
Maak de groenten schoon. Snipper de ui en de knoflook. Snipper het witloof.
Ik rol een worstje van mijn gehakt. En daar snijd ik kleine stukjes van die daarna tot balletjes gerold worden.
Fruit de ui, knoflook en witloof in een klontje boter. Doe er de bouillon bij. Laat 25 minuten zachtjes koken.
Mix de soep fijn. Doe ze eventueel nog door een zeef.
Nu mogen de balletjes erin, de balletjes zijn gaar zodra ze bovendrijven.
De room mag er nu in, nog eens goed doorroeren, en breng op smaak met peper en zout.
(Inge Jespers)