Heel veel zekerheden zijn er niet in dit leven. Hooguit twee. We worden geboren en we sterven. Ik sterf, jij sterft. Ik (ge)boor? Jij (ge)boort? Kan dus niet. ‘Geboren’ is een fascinerend woord. Het is immers afgeleid van een werkwoord waarvoor geen tegenwoordige tijd bestaat. Geboren word je onbewust en onwetend. Ter wereld komen is voorbij voordat je het weet. Het leven ook, zal je zeggen, maar meestal maak je dat toch net iets bewuster en langgerekter mee, net als sterven, dat je in uiterste gevallen zelfs in de hand hebt of in de hand werkt. Voor wie geboren werd, is de dood zeker, en zeker is de geboorte voor wie stierf. Onvermijdelijk en onlosmakelijk verbonden. Vorige week hoorde ik een moeder zeggen dat ze haar kinderen het leven schonk … maar ook de dood, en dat ze dat griezelig egoïstisch vond. ‘t Is maar hoe je ‘t bekijkt. Je kan overal bij blijven stilstaan en je kan om alles treuren, of je kan het anders bekijken: wij gaan dood, en dat maakt ons tot de gelukkigen, omdat de meeste mensen nooit zullen sterven doordat ze nooit geboren worden. Besef goed dat de mensen die hier in onze plaats hadden kunnen rondlopen, talrijker zijn dan de zandkorrels van de Sahara, omdat het aantal mogelijke mensen dat door het menselijk DNA wordt toegestaan enorm veel groter is dan het aantal ‘echte’ mensen. Wij zijn hier door een groot toeval, zowel jij als ik.
Hoogstwaarschijnlijk zitten er bij die ontelbare ongeborenen betere voetballers dan Lionel Messi of Cristiano Ronaldo, grotere filosofen dan Plato, slimmere wetenschappers dan Albert Einstein, betere musici dan The Beatles, Queen of Michael Jackson … Alles kan beter. Iedereen kan beter. Of slechter. Adolf Hitler was een geboren leider, al was hij beter een ongeboren leider geweest.
Misschien is het leven wel een lange les in nederigheid? Blijven we ons oneindig afvragen zonder ooit te weten. Kijk naar mij, ik ben niet eens een geboren filosoof, maar als ik in een filosofische bui ben, regent het ineens vragen. Wijsbegeerte heet zoiets. Mensen hebben altijd gestreefd naar wijsheid en kennis, al heb ik almaar het gevoel dat we op dat vlak over ons hoogtepunt zijn. Dat wijsheid, kennis en zelfreflectie achterhaald zijn, dat wijs-begeerte niet langer een verlangen is om wijs te zijn, maar een negatieve drang om anderen met de vinger te wijzen. Een drift, een min of meer anonieme lust om hen te beschuldigen, hen te zeggen wat ze verkeerd doen, om elkaar te treiteren of te kunnen (bek)vechten. Dit bij voorkeur op laffe wijze vanachter een toetsenbord en gezeten op de luie reet. Homo homini lupus. De mens is een wolf voor zijn medemens.
Wijsbegeerte is steeds vaker een waardeloos wijzen naar anderen, vanuit onwetendheid ten gevolge van passiviteit en misplaatste zelfverheerlijking. Geef mij dan maar de onwetendheid van de pasgeborene, die heeft in ieder geval iets menselijks. Gelukkig groeit niet elk onschuldig welpje uit tot een wolf, tot een Adolf. Gelukkig zijn er maar twee zekerheden en kan je de gang van het leven niet voorspellen. Gelukkig. Ik las ergens dat ‘Wolfgang’ Amadeus Mozart altijd een kind is gebleven. Lang leve het leven!
Danny VANDENBERK