Bereiding: Doe de linzen in een kookpot met 600 ml water. Breng aan de kook en haal van het vuur wanneer het water volledig opgenomen is door de linzen (laat het deksel op de pot). Snijd de tomaten in blokjes, snipper de helft van de look fijn en stoof aan in een flinke scheut olijfolie. Voeg na een minuutje de tomatenblokjes toe. Bak aan en blus met rode wijn. Kruid met peper, zout, oregano, basilicum, rozemarijn en suiker. Laat een tiental minuten pruttelen op middenlaag vuur en mix dan tot een dikke saus. Kruid de kippenbouten met peper en zout. Verhit een flinke scheut olijfolie en een klont boter. Hier mogen de kippenbouten in. Bak ze tot ze een mooie goudbruine korst hebben. Wanneer dit het geval is, haal je de bouten uit de pot en voeg je er de andere helft versnipperde look aan toe. Als je boter en olie een beetje verbrand is van het bakken van de kip, giet je het uit de pan en doe je er nieuw vetstof in (enkel olijfolie). Als de look een minuutje in de pot zit, blus je het geheel met de gevogelte fond. Voeg meteen hierna ook de tomatensaus toe. Meng en leg de kippenbouten er terug in. Laat zo’n 25 minuten pruttelen op middenlaag vuur. Wanneer de kip 25 minuten opgestaan heeft, voeg je de linzen en de spinazie toe. Laat nog een vijftal minuten mee pruttelen. Werk af met verse peterselie, een beetje limoensap en eventueel nog wat peper. Lekker met geroosterd ciabattabrood. (Inge Jespers)