Wielrennen en het café, koers en pinten. Dat gaat in Vlaanderen dikwijls samen. Van oudsher. Soms leggen ze het parcours van een fietsronde dwars door een café, zodat de gasten de coureurs van heel dichtbij kunnen zien en hen eventueel zelfs een pint bier kunnen aanbieden tijdens de rit. Hier bij de Kroon gaat het anders. Eens per jaar, zo op het einde van de zomer organiseert Lommel een kwart triatlon. Bij die gelegenheid gaat een deel van het loopparcours dwars door de Kroon. Dat is dus een variant op het fietsen door het café, maar het toont wel de verwevenheid van horeca en sport, een combiverbroedering die op plezante wijze wordt gevierd. Dit jaar gaat het evenement jammer genoeg niet door, het virus, weet u wel.
Café de Kroon is het oudste café in Lommel. Dit jaar honderdachttien jaar geleden begonnen. Ik volg de cafébaas in een artikel in een krant van een aantal jaar geleden: ‘Dit café bestaat sinds 1902. Aan het interieur van het café is al een eeuwigheid nauwelijks iets veranderd. Dit bevordert de authenticiteit en vormt mee de ziel van de zaak. Eén keer heb ik het gewaagd een lichtreclame te hangen. Ik kreeg zo veel commentaar dat ik ze verwijderd heb.’ (Ik vraag me af of je authenticiteit kunt bevorderen door iets te laten zoals het was, zoals de cafébaas hier zegt). Er zijn zelfs buitenlandse fans die soms naar Lommel komen om er een pint te drinken, zelfs uit Engeland, beweert de eigenaar. Het zal al wel heel wat uitbaters versleten hebben. Het is een café waarin de bruine aard van vroeger (met de gewone bruin houten tafels, stoelen en lambrisering) bewaard is gebleven. In deze tijd waarin het centrum van Lommel een grondige opknapbeurt heeft gekregen, ligt de Kroon er wat ingebouwd bij. Zo krijgt hij binnenkort toch maar mooi een modern en spiksplinternieuw terras!
Café de Kroon is echt de enige niet die hier een terras heeft aan de Markt. In Lommel zijn er veel gelegenheden waar je je benen onder de tafel kunt steken op dit plein. En er is altijd volk; zelfs op maandagochtend zitten hier mensen buiten bij koffie en vlaai en misschien al wel met een pint, maar dat ga ik niet controleren.
Wit of grijs. Meer smaken waren er niet. Ik praat dan over jaren geleden en over brood. Ja, er waren ook nog krentenbrood en pistolets. Dat was toen het luxebrood dat alleen tijdens de kermis op tafel kwam. En dan met vlaai uiteraard. Zo ging het. En de bakkerijen waren (en zijn het nog steeds) op zondagochtend open, evenals de slagers of beenhouwerijen. Het was er dan altijd druk omdat mensen op zondag kennelijk toch wat meer wilden doen met het eten en dat het dan ook vers moest zijn.
Tegenwoordig zijn er heel veel meer variëteiten als het over brood gaat en is het al lang niet meer bijzonder dat winkels – ook de supermarkten – op zondagen open zijn. En hier vindt men bij bakkers die het nog kunnen en willen volhouden tegen de supermarkten broodautomaten. Als de bakker gesloten is, kun je nog brood uit de automaat trekken. Hier in het centrum staat ook zo’n automaat (zie foto). Ik kan zien dat mensen er nog volop gebruik van maken. Overigens, over automaten gesproken, gisteren zag ik een soepautomaat in onze stad. Dat was niet op een wandeling; ik was met auto onderweg. Het zij maar gezegd. De mensen hier vinden dat allemaal niet zo bijzonder. Wij wandelen er achteloos aan voorbij.
Ik loop aan de zijgevel de Kroon voorbij en zo de Molse Kiezel op. Een Kiezel, dat is – zo ik er nu bij stilsta – een oude benaming voor een straat waarop ze in de vorm van kiezel een verharding hebben aangebracht. Die kiezel is al lang vervangen door asfalt (of macadam zoals ze hier ook wel zeggen), maar de benaming is gebleven. Die aanduiding verdwijnt niet met het materiaal van het wegdek. Het is nu even slalommen tussen de obstakels door met die werkzaamheden. Aan de linkse kant bij de hoek naar de toegangsweg tot het Huis van de Stad loop ik langs mijn kapper.
En zo kom ik weer op het plein waar tegenwoordig de wekelijkse markt wordt gehouden. In deze tijden van virus treft men op de straatstenen in de vorm van pijlen de aangewezen route aan: zó moet je lopen om de marktkramen te bezoeken en dáár moet je dan weer de markt verlaten.
Bij mijn volgende verslag ga ik mijn terrein weer verleggen. Ik loop voort nu door naar huis.
© Willem - 26 juli 2020