Beroemd en geliefd. Het is een boom waar je normaal niet voor stilstaat omdat hij zo gewoon is. Toch is hij enorm in trek. Ik heb het dan over de lindeboom. Je ziet ze niet zo heel veel meer als vrijstaande kolos. Hij wordt veelal gecultiveerd gebruikt: gesnoeid en geleid. Op de Markt in Lommel staan er zeker vijftig. Geknot, want deze bomen worden om de zoveel jaar in hun kruin gepikt door zaag en schaar. De Markt is door de bomen lommerrijk. Er staan bankjes onder en daardoor is deze omgeving nogal bezocht door wandelaars. Het is er koel en aangenaam. Er gaan veel verhalen en mythen rond over linden en dat heb je met meer bomen, zoals met eiken of kastanjebomen. Deze kunnen tot imposante groottes uitgroeien. Voorheen stonden dit soort bomen met vier of vijf aan de voorgevels van de huizen en dat voor de schaduw. Tegenwoordig staan ze er nog wel, maar dan als etalage- of leiboom.
Op de markt staat verder een kiosk, preciezer gezegd een muziekkiosk. Dat is een overdekt achthoekig prieel met een leien dak op gladde ronde zuilen. Je moet vijf stenen treden omhoog om onder het dak te komen. Het wordt bovenaan omzoomd door een ijzeren sierhekwerk. Óp het hekwerk heeft de gemeente bloembakken gemonteerd met daarin fel blauw bloeiende planten. Eenvoudig maar heel effectief voor de aanblik. Natuurlijk werd de kiosk voorheen gebruikt bij feesten op de Markt. De plaatselijke harmonie trad er dan op. De laatste jaren is het in gebruik als muziekpodium bij zomerse activiteiten in de stad. Dat ligt nu virusgewijs stil. Er waaien wat dorre bladeren rond de trappen en de zuilen, teken van ingehouden verlatenheid. De gloriedagen… daar wachten we weer op. Dan wordt er hier weer gebezemd.
Lindebomen, een kiosk en daarbij de teuten. Dat was de aard en eigenheid van de Kempen hier: Noord-Limburg voor België en Zuidoost Brabant voor Nederland. Dat alles rond een plein en een kerk geschaard. Dat zie je in veel dorpen en stadjes hier in de buurt terug. De kerk van Lommel staat wel twee straten verderop aan een ander plein.
Aan de rand van de Markt staat een beeldje van een teut. Ik weet ook niet waar het vandaan komt, maar het is de naam die gegeven werd aan rondtrekkende kooplui. Het is een typische verschijning uit deze streken, de Kempen ook weer. Waarschijnlijk zijn mensen zo rond het einde van de 17e eeuw aangezet door armoede om te gaan rondtrekken met de bedoeling een handel op te zetten of hun ambacht te verkopen in omliggende streken. In elk geval vonden gedurende ruim twee eeuwen mensen hun bedoening met deze handel: met textiel (in alle vormen, zoals mutsen, doeken, kousen, lakens en slopen), als koperslager, als rondtrekkende smid, met aardewerk, maar ook als dierensnijders of lubbers zoals dat heette. De laatstgenoemden liepen boerenerven af om beesten, zoals stieren en hengsten te besnijden. Dat was hun specialiteit. Sommigen zijn groot geworden met deze handel. Zo schijnt zelfs C&A uit een teutenfamilie voor te zijn gekomen. Het is een aparte geschiedenis die velen uit deze streken heeft beïnvloed. In veel gemeenten staan nog de zogenaamde teutenhuizen; dat zijn doorgaans groot opgezette herenhuizen die de rijkdom van de eigenaar pronkend laat zien. Teutenhandel strekte zich zelfs uit tot ver in Duitsland en Denemarken en sommige families hadden daar steunpunten voor hun handel. In Lommel vind je geen echt teutenhuis meer. Ja, één oude boerderij – hoeve Spooren genaamd – maar die staat ergens achteraf en die moet nodig opgeknapt worden. Ik kom daar op mijn wandelingen voorlopig nog niet in de buurt.
Er is veel geschreven over de teutenhandel en er zijn veel dingen die in deze streek er nog naar verwijzen: Teutenhoven, Teutencafés, Teutencarnavalsverenigingen, Teutenhuizen, enz. De handel bestaat al lang niet meer. Vooral de komst van de spoorwegen en later de eerste
wereldoorlog zijn door de beperkingen van het reizen door de oorlog de doodsteek geweest voor deze vorm van rondtrekkende handel. Maar de herinnering eraan is levendig gebleven.
Lindebomen, een kiosk, een plein (meest met waterpomp), een kerk en de teuten; dat zijn Kempische ingrediënten. Ik ga hier links af in de richting van het Adelbergtheater dat ook al maanden in de steigers staat. Lommel knutselt verder. In de vaart der volkeren komen, ontbolsteren, verheffen, uitstralen. Ambitie genoeg.
© Willem - 22 juli 2020