Dinsdagochtendrust. Het is hier stil. Een enkele fietser komt voorbij, net alsof hij haast heeft. Rechtopstaand op de trappers als ze hier het vrij steile talud op rijden. Ik steek de brug over van het kanaal naar Beverlo. Halverwege is er een parkeerplaats. Aan de overkant zie ik ‘Dikke Lowie’, een horeca-uitspanning die met een grote geveltekening van die zogenoemde Lowie de aandacht trekt. Naast dat café-restaurant nog een met de naam ‘De Blauwe Kei’. Zo heet die plek hier ook. Iedereen uit Lommel en omstreken weet waar je naar toe gaat als je zegt dat je naar de ‘blauwe kei’ gaat. Vroeger, nog vóórdat de kanalen hier zijn gegraven moet het er heel anders uitgezien hebben. De samenloop van de twee kanalen, het Maas-Schelde kanaal en het kanaal van Beverlo bestaat uit een zwaaikom waarvan de opgegraven grond onmiddellijk aan de zijkanten is opgehoopt.
Waarom het hier de blauwe kei heet, ontgaat waarschijnlijk velen. Het is een naam die vlot in de mond ligt; vreemd, vervreemdend als je er goed over na denkt. Het is een naam met betekenis. Het restaurant heeft in zijn logo een foto van blauwe kiezelstenen.
‘De wijk "Blauwe Kei" ontstond na het graven van het Maas-Scheldekanaal (1843-45). De naam verwijst naar een grote, leisteenachtige grenssteen tussen Mol en Postel. Bij de verbredingswerken aan het kanaal circa 1926, zou genoemde steen onder opgespoten zand zijn terechtgekomen.’ Dat meldt de internetsite van onroerend erfgoed Vlaanderen erover. ‘Zou zijn terechtgekomen’, dat is de voorwaardelijke wijs. Elders lees ik nog dat die steen een zwerfkei is uit de ijstijd en dat men nog pogingen heeft gedaan hem op te graven. Dat is mislukt. 1926, denk ik. Dan hadden ze hem toch al kunnen te fotograferen of tekenen voordat ze hem voor altijd begraven hebben. Het is als met veel van deze benamingen: het blijft verhuld onder een voorwaardelijke wijs. Misschien dat… enz.
Aan de rechterkant loop ik langs een kleine rotonde naar beneden om het Maas-Schelde kanaal te volgen. Aan de overkant van de zwaaikom zie ik twee hengelaars. Het water bespiegelt zijn geheimen uit de diepe duisternis onder het oppervlak; de zon is doorgebroken en legt een felle glans over de verstilling. Hoe ruikt stilstaand kanaalwater? Er hangt zwak zoetige geur met een zweem van plantenrot. Je ruikt het water altijd wel, maar je kunt er geen beschrijving van geven. De stilte, de zwarte waterspiegel, de schittering van de zon, de geur: het scherpt de mijmering als reflectie van een vreemde betovering waar je in stilstaat, iets wat je kwijt bent uit je herinnering. Ik denk dat veel mensen daarvoor hier naar toe komen om het te ondergaan, maar niet meer weten wat ertoe doet.
Een sluis heeft ook altijd iets opmerkelijks. Hij trekt de aandacht. Hier ligt een complex van drie dubbele sluizen die de schepen in totaal vijftien meter in hoogte moeten verplaatsen. Dat gaat in drie stappen. Sluizen noemt men hier sassen. Dit zijn de sassen 1, 2 en 3. Dat wil zeggen dat het de eerste drie sluizen zijn gezien vanaf de Schelde (via Herentals) om de schepen op hoogte te brengen. Tot aan de Maas moeten er nog eenentwintig sluizen zijn. Dat staat ook op die plaquette. Ik ben het nooit nagegaan. Het zijn sluizen die nog stammen uit de negentiende eeuw. Ze worden in de oude staat behouden als erfgoed. Bij het onderhoud wordt conservatie toegepast om de oorspronkelijke constructies en vorm te behouden. Ze zijn smal met houten deuren en eenvoudige mechanische bedieningsconsoles: gewoon handmatig draaien aan hendeltjes voor de bediening. Het ijzerwerk van de sluizen is blauwgrijs geschilderd. Op de deuren zijn overloopjes met ijzeren relingen gemonteerd. De complexen zijn afgezet met kunststof kettingen en paaltjes, zwart-geel van kleur Je mag de ‘kunstwerken’ zoals het hier pontificaal heet, niet betreden. Kijken mag, aankomen niet. Ik zou wel eens tussen de sluizen aan de andere kant willen doorlopen, gewoon uit nieuwsgierigheid. Ik denk dat ik niet de enige ben. De sassen zijn zeker nog in gebruik en de bediening is nog steeds handmatig. Er is nog een sluiswachter.
Verderop aan de lage kant ligt een Baileybrug.
© Willem 120720