‘Ter zaliger nagedachtenis aan den eerwaarden heer Caroles Gaethofs’. Straattaal. Ik heb het daar twee afleveringen eerder over gehad. Als je gewoon rondkijkt, dan zie je overal teksten. Straattaal is uiteraard ook wat er op een gedenksteen is geschreven, zoals die tegen een muur van de St. Pietersbandenkerk staat. Deze Karel heeft gedurende vierenveertig jaar als priester en pastoor de gelovigen in Lommel gediend. Dat was van 1844 tot 1888. Het ging er soms keihard aan toe in de schoolstrijd die in die periode woedde in België. ‘Er is een lijk dat zwaar op de wereld weegt en de weg naar de vooruitgang verspert ! Laten we dat lijk bij zijn naam noemen : het gaat om het katholicisme.’
Dat zijn nogal woorden waar de katholieken omstreeks die tijd mee om hun oren werden geslagen door ene
Van Humbeeck, die later – opmerkelijk als vrijmetselaar - ook nog minister van onderwijs werd. Pastoor Gaethofs was een andere mening toegedaan. Uit een plaatje naast de gedenksteen staat bijna triomfantelijk dat Gaethofs ervoor gezorgd heeft dat Lommel wél een katholieke school kreeg. ‘Van de scholen zonder God en de leraars zonder geloof, verlos ons Heer!’ Zó dan! Dat was de contraschreeuw. Bij dit soort dingen denk ik wel eens dat we ons heden ten dage niet meer zouden opwinden over dit soort kwesties en dat je er zeker geen monument voor zou krijgen. (En já, nú zijn er weer andere futiliteiten waarover we ons soms op grove wijze de huid vol schelden). Gaethofs zal door de meesten toch al volkomen vergeten zijn. Maar goed, zo krijg je dus een gedenksteen op een centrale plek in de stad.
‘Aan onze helden 1914 – 1918’ en ‘aan onze betreurde oorlogsslachtoffers 1940 – 1945’. Dat staat op een monument dat zowat midden op het kerkplein staat. Het is een levensgrote engel (ja, de verwijzing naar een christelijke hemel is onvermijdelijk) die op een gestileerde zuil staat met ruim veertig namen van Lommelse mannen, meestal mannen denk ik, maar dat weet ik niet zeker. Het is ook niet duidelijk of dit namen zijn die zijn samengevoegd uit de twee oorlogen. De engel houdt in een gebogen houding een zegekrans boven de namen. Het bordje met de verwijzing naar de tweede oorlog is er later aan de voet opgeschroefd. Dat is te zien; het is alsof dat eerbetoon er een beetje achteraan sloft. En dat terwijl er in Lommel toch een intens triest bloederig verhaal te vertellen is over de tweede wereldoorlog. Daar vertel ik later nog over.
Nog meer straattaal hier. Er is een bordje op een paaltje in een welig bloeiende bloemenbos in een lage bak gestoken; dat geeft aan dat vanaf hier: ‘een mondmasker dragen verplicht is.’ Ik hoor het vaak op radio en tv zeggen: ‘in deze tijden van het virus’. ‘Deze tijden’, ach, klinkt dan alsof men gedachteloos zegt: ‘ja, het is een platitude geworden, waaraan wij u dan maar weer uit-den-zuchtende-nood aan moeten herinneren.’ Ik loop op het plein rond, maar ik ben mijn zeverlap vergeten, bedenk ik. Snel wat foto’s maken nog. Een aantal straten in het centrum is mondkappengebied.
Aan de overkant van het plein in de richting van de Stationsstraat staat het deftige burgemeestershuis met een parkje, dat erachter ligt. Eclectisch. Dat bijvoeglijk naamwoord wordt gebruik om de bouwstijl van deze villa te omschrijven. Ik heb altijd het vage idee dat als iemand dat woord gebruikt om een stijl aan te duiden, hij zelf niet goed weet waar het over gaat en maar wat roept om er van alles mee te bedoelen. Het huis is eind van 19e eeuw gebouwd in opdracht van de toenmalige burgemeester van Lommel in een stijl die toen wel het Historicisme werd genoemd. Men verzamelde allerlei stijlelementen uit het verleden om deze in één gebouw samen te brengen. Eklegein is Grieks voor kiezen; men deed het voorkomen alsof men bepaalde stijlen weloverwogen uitkoos en combineerde, maar je kunt net zo goed zeggen dat men niet goed wist wat men moest kiezen en men dus maar een mengvorm toepaste: alles op een hoop is altijd mooi. Nu goed, monumentaal is de villa zeker. Hij heeft een tijd leeg gestaan en toen werden er kunstmanifestaties georganiseerd. Ik ben er een keer op een poëzieavond geweest. Tegenwoordig is het een restaurant met wat allure. Het adjectief eclectisch wordt heden ten dage ook gebruikt in de muziek en bij andere kunstvormen, maar ook om mengvormen in de psychotherapie aan te duiden. Dat versterkt de indruk dat men het woord eclectisch voor zich uit stottert als men het niet zo goed weet.
Het parkje achter het burgemeestershuis wordt gebruikt voor allerlei culturele manifestaties of bijvoorbeeld ook een foodtruckfestival, dat wil zeggen: buiten ‘deze tijden van het virus’ dan. In het park staat een tweetal beelden, één heet ‘de Buitenmens’ (Jan Visch) en de ander is een smeedijzeren kolos ‘de Overwinnaar en de Overwonnene’ (Pellens en Custers). Of deze namen nog een bijzondere betekenis hebben, weet ik niet.
Ik loop een lusje door het park en ga terug naar het Kerkplein. Er is nog wel wat om over te vertellen daar.
© Willem van Lit - 080920