Het is niet altijd weggeeffeest. Dat is duidelijk bij het bord dat in het groot de mensen te kennen geeft dat het hier bij een weggeefwinkel in de wijk gesloten is tot september. Dat het om een weggeefwinkel gaat, staat luidweg aangekondigd op een spandoek. Je kunt het niet missen als je hier voorbij gaat. Joris trekt me verder.
Ik kom bij de grote oprijlaan naar de Barbarakerk. Hoe het komt dat deze gewijd is aan Barbara, weet ik niet. Barbara is de schutsheilige van mijnwerkers en artilleristen. Dat laatste weet ik omdat de konstabels bij de marine jaarlijks haar vereerden met een toast, uitgebracht met redelijk wat drank. En hier in de Werkplaatsen van Lommel is in de verre verte geen mijnwerker of kanonnier te bekennen.
De kerk is gebouwd in het begin van de twintigste eeuw met onder andere een gulle subsidiegift van de zinkfabriek. Dat lijkt me geen toeval. Vlak langs de kerk staat een permanente kerststal met levensgrote beelden in steen. Het tafereel van de kerstbabyborrel wordt op de achtergrond gadegeslagen door een Lommelse zinkwerker in steen. Hij staat er enigszins gerustgesteld naar te kijken.
Ik was hier op 15 augustus. Dat is de dag van Maria Hemelvaart. Tegenover de kerststal is een replica gebouwd van de Lourdesgrot, inclusief een beeldje in bruin van Bernadette Soubirou op haar knietjes tegenover de verschijning in wit en blauw. Voor de grot is een altaar aangebracht en heeft men rijen banken geplaatst voor de gelovigen. Vandaag is er ook activiteit. Ik zie verschillende mensen gebaren en sjouwen met onder andere een geluidsinstallatie. Een pamflet bij de ingang nodigt mensen uit voor een bijeenkomst om elf uur waar dan gezongen zal worden en er is een mis om drie uur vanmiddag. Eén man is met een uitnodigend gezegende lach op zijn mond extra bedrijvig in de weer vooral met het geven van aanwijzingen; ik vermoed dat hij degene is die hier de priesterlijke regie in handen heeft. Er komen ook bloemen aan en ja, ‘die zouden graag daar moeten worden geplaatst’.
Hoe komt het toch dat ik als ik aan Lourdes denk – ik ben er één keer geweest – de associatie heb met het orakel van Delphi? Ook daar zat een uitverkoren vrouw bij een spleet in de rots allerlei merkwaardige spreuken van voorspellende aard te roepen naar het volk. Een grot, zoals die in Lourdes waar Bernadette voor zat, is toch ook maar een spleet in een rots. En water, dat had in Delphi al een spirituele betekenis. Het werd net als in Lourdes heilzaam genoemd. De symboliek van het reinigende water is al een heidens gebruik, evenals de overweldigende commerciële activiteiten van marskramers net buiten de hekken van het heiligdom. Daarvan zijn de overblijfsels in de Griekse orakelplaats ook terug te vinden.
Straks gaan de gelovigen hier zingen ter ere van het katholieke orakel. Tijd om verder te lopen. Het is nu nog redelijk koel in dit ochtendlijk uur. Achter de namaakgrot is in een vrij groot park met nog meer namaak. Een pater Kapucijn schijnt zich daar mee bezig te hebben gehouden. Er staan follies van vroegchristelijke kerken of tempels – uit het heilige land zeg maar – waar je je weg moet zoeken. Een folly is een ‘niet-conventioneel gebouw of bouwwerk dat ongeschikt is voor huisvesting of andere functies en uitsluitend een decoratief, kunstzinnig of ludiek doel dient.’ (Wikipedia). In het Nederlands zegt men ook wel vermaaksarchitectuur. Nu zijn deze namaak halfruïnes hier serieus bedoeld als devotioneel gebedsoord: het zijn de veertien stadia van de kruisweg. Ik ken dat omdat ik in mijn jeugd ná de biecht als penintentie in de kerk geregeld langs de afbeeldingen van de lijdensweg van Jezus werd gestuurd. Hier staan ze buiten de kerk. Ik vraag me af of Lommelse kinderen misschien ná hun biecht hierlangs gezonden werden.
Ik loop mezelf vergapend rond en moet Joris tegenhouden als hij zijn poot dreigt op te heffen tegen zo’n verbeelding van lijden. Er staan ook nog wat kapellen tussen. Hier kan men zich volop vroom uitleven. Er straalt toch iets verstillend vanaf. Mensen houden hier automatisch hun klep dicht. Dat merk ik onder andere aan andere bezoekers. Er dwalen ook wat jongeren rond. Het is een bezienswaardigheid. Half en half zegt men dat hier ook mensen naar toe komen met een bedevaartintentie. Het geprevel hangt tussen de bomen die er her en der verspreid staan. Het gras is kaal en bruin. Ook hier heeft de droogte van de laatste weken zijn werk gedaan. Op de paden tussen de follies door vermoed ik nog zinkassen, hoewel dat boos-opzet gedacht is van mij.
Ik loop terug naar de doorgaande weg. Vóór het park staat een enorm beeld van Christus die zijn opengewerkt heilig hart toont in de geëigende pose met zijn uiteen gespreide welkomarmen. Ik kan niet anders zeggen dan dat de toegewijden hier hun godsvruchtige stinkende best hebben gedaan het katholieke gedachtengoed uit te dragen. En dát voor een zinkfabriek!
Joris en ik gaan verder onze weg.
© Willem van Lit - 200820