‘Het leven in de cité is geen kinderspel, Sire. De helft van de tijd stikt ge hier van den doemp, en de andere helft werkt uw familie u op de zenuwen. Ge moet niet vragen wat het wordt als er een staking is. Wel wat minder doemp, maar veel meer ambras. Hopend dat ge dit keer gevolg zult geven aan mijn verzoek,
Groenten uit Balen, uw dienstwillige dienaar Jan Debruycker ...’.
Jan Debruyker is arbeider bij het zinkfabriek Vieille Montagne in Balen. Dat is op de rand van Lommel. De zinkfabriek heet tegenwoordig Nyrstar en ligt aan het kanaal naar Beverlo. In 1971 breekt er een staking uit die negen weken duurt. Walter Van Den Broeck schreef het verhaal van die staking ‘Groenten uit Balen”, waar later een film van is gemaakt. Het ging om een loonsverhoging van twee frank, waar men uiteindelijk 1,75 Bfr uit sleepte.
Walter Van Den Broeck schreef vooral vanuit een sociaal voelend volkshart en heeft ook een brief als boek geschreven aan Koning Boudewijn. In het boek over de staking zet hij Jan Debruyker als hoofdpersoon neer, die ook brieven schrijft aan staatshoofden. En het citaat hierboven is als brief aan de koning de aanzet tot dat boek en die film. Iemand die het wil nalezen: het is allemaal te vinden op internet.
Bij onze fietswandeling langs het kanaal van Beverlo komen we vanzelf langs Nyrstar en de bijbehorende cité van Balen. Een cité is een arbeiderswijk. Het kanaal loopt meanderend door het landschap en is over de totale vijftien kilometer als een geheel nationaal erfgoed. De ene keer fiets je door Limburg en bij een volgende bocht weer door de provincie Antwerpen. Dat ligt niet aan de bochten in de grens, maar aan die in het kanaal. Het is gegraven in de periode 1854 -1857. In drie jaar klaar. Het was aanvankelijk een militair project: voor de bevoorrading van het grote garnizoen in Leopoldsburg, dat ook kamp Beverlo heet.
Als je er fietst valt op dat het waterpeil op de meeste plaatsen veel hoger ligt dan het omringende land, alsof het om een polderboezem gaat. Er zijn op verschillende plaatsen ook duikers; het kanaal kruist andere waterlopen. Op de meeste plaatsen fiets je onder de hoge kraag van de vele hoge bomen door langs deze waterloop die aan de randen vol ligt van waterlelies. Het is hier heerlijk trappen. Op ongeregelde plaatsen liggen uitspanningen waar je wat kan eten en drinken. Er zijn hier twee jachthaventjes: één in Leopoldsburg (het kanaal gaat daar niet verder) aan het uiteinde van het kanaal en één in Lommel Kerkhoven. Het is stilstaand water omdat het kanaal op het einde nergens in uitstroomt. Er zijn geen sluizen over de gehele lengte. Het kanaal wordt alleen nog tot aan de zinkfabriek gebruikt voor wat sporadisch industrieel vervoer, de rest is voor motorjachten. We stappen in Kerkhoven af om wat te gaan drinken bij het café-restaurant aan de oever, maar we komen op de verkeerde dag kennelijk; hij is gesloten. Dan toch niet!
Er wordt nog onderhoud aan het kanaal gepleegd. In de richting van Lommel kunnen we zien dat er een nieuwe beschoeiing wordt gemaakt. Men slaat er houten palen in rand. Er ligt nog een aantal houten bruggen over het kanaal en die worden ook in stand gehouden. Wat opvalt, is dat die bruggen allemaal donkerblauw zijn geschilderd. Ik heb geen idee of dat bewust is gebeurd.
Omdat het waterpeil op veel plaatsen hoger ligt dan het omringende land, gebruikt men het water om akkers en weiden te bevloeien. Het zijn van oorsprong arme zanderig heidevelden en op deze manier heeft men die gronden kunnen ontginnen. Er werd op verschillende plaatsen hooi gemaaid voor de legerpaarden; het transportmedium was bij de hand. In de omgeving van Mol zijn er viskweekvijvers, uiteraard met het water uit het kanaal. Langs het hele kanaal zitten hengelaars geconcentreerd naar hun dobber te staren. Dat is populair hier.
Aan beide oevers liggen jaagpaden, soms aan beide kanten verhard. Deze paden zijn alleen toegankelijk voor wandelaars en fietsers. Het is er druk; velen waarderen de landelijke rust van de oevers. Het lijkt wel natuur; dat is het uiteraard niet. Het kanaal komt bij de Blauwe Kei (zie aflevering 8) in het Maas-Schelde-kanaal uit en daar komen we de zandgaten van baggeraar Sibelco weer tegen.
We slaan eerder af en gaan bij Lommel Werkplaatsen de brug over, richting huis. Lommel Werkplaatsen, het woord zegt het al: nijverheid met een cité. De fabrieken zijn intussen uit deze wijk verdwenen, hoewel... zo simpel is het niet helemaal. Daarover vertel ik later.
© Willem van Lit - 8 augustus 2020