‘Nog is Polen niet verloren, zo lang wij leven’ en ‘
Om het vaderland te redden, zo zullen wij terugkeren overzee.’ Dat zijn regels uit het Poolse volkslied, een lied uit de achttiende eeuw dat oproept tot de strijd. Generaal Stanislaw Wladyslaw Maczek trok met zijn Poolse brigade samen met de Britten en Amerikanen op naar de Lage Landen na de landing in Normandië in 1944. In België werd op verschillende plaatsen slag geleverd. De namen van de plaatsen waar Poolse militairen actief waren, staan op de borden die aan de herdenkingswand aan de achterzijde van het kerkhof in Lommel zijn geschroefd; daar staan onder andere Stekene, Ieper, Gent en Merksplas bij. Vanuit Baarle Nassau trokken ze richting Breda Nederland binnen. Er zijn ook Polen gedropt rond Arnhem bij de operatie Market Garden in september 1944. De in België gesneuvelde Polen zijn hier samengebracht. Het zijn er 360.
‘Is dat familie?’ Ik vraag dat aan een mevrouw die op een stoeltje bij een graf zit. Ze heeft het versierd met kaarsen en bloemen. ‘He was my father.’ Ik lees op het graf de naam en zie dat hij dertig jaar oud was toen hij sneuvelde. De vrouw kijkt me belangstellend aan. Zij is Schotse en met haar man hier in Lommel onderweg. Ze legt me uit dat deze Poolse sergeant in Schotland werd opgeleid en voorbereid voor de strijd op het continent toen ze haar moeder leerde kennen. Zijzelf heeft hem nooit gekend, maar ze komt elk jaar over om haar vader te gedenken. Normaal komt ze in juni, maar dat was dit jaar moeilijk met het virus. En nu nog weet ze niet goed of ze wel in België mocht komen. Haar man loopt verderop wat zoekend rond. Zij ergert zich aan de herrie die aan de andere kant van het kerkhof wordt gemaakt door een grote wiellaadschop van de gemeente. Er komen ook nog twee vrachtwagens het kerkhof op rijden. Werklui zijn bezig met het omwoelen en vlak maken van de grond op een open strook naast de rijen graven.
Ik loop op een van de gemeentewerkers af en vraag hem waarom ze hier bezig zijn. ‘Daar stond een strook met sparren. Die waren door de Letterzetter aangetast. Dode bomen. Die hebben we weggehaald en nu gaan we het opnieuw aanplanten.’ Ik ga het haar uitleggen. Ik begrijp ook dat het de rust die ze graag zou hebben, verstoord ziet door die werkzaamheden. Haar man staat intussen met een vrachtwagenchauffeur te praten. Ik raak ook met hem in gesprek. Hij heeft een zwaar Schots accent en ik moet goed mijn best doen hem te verstaan.
Hij neemt me mee naar de herdenkingswand waar kransen liggen, ook een van de Poolse ambassade. Hij zegt me dat aan de achterkant van deze wand een klein museum is ingericht. Ik zie dat de wand een dubbele muur heeft. Het museumpje is niet in gebruik. Kennelijk wordt het gerestaureerd. Door de glazen deur zien we dat foto’s en andere memorabilia van de wanden zijn verwijderd. Er staan voorwerpen opgestapeld en ze zijn afgedekt. Hij zou graag het gravenregister bekijken dat binnen ligt, maar dat kan nu niet. Hij legt me uit dat er momenteel twee graven op het kerkhof zijn met dezelfde namen. Op één van de graven stond tot vorig jaar nog dat er een onbekende soldaat onder dat kruis lag en nú heeft die plots een naam gekregen, maar dat is dezelfde als iemand die in de andere rij tegenover hem ligt. De man begrijpt niet dat ze zo’n fout kunnen maken. Daarvoor zou hij het register willen nakijken. Zo zijn er kennelijk nog steeds mensen de weg kwijt 75 jaar ná de oorlog.
De man legt verder uit dat hij met zijn vrouw ook jaarlijks andere militaire kerkhoven bezoekt. Zijn vader heeft hier ook gevochten; die heeft de oorlog overleefd. Toch bezoeken ze ook Britse soldatenkerkhoven, waarvan er in België en in Nederland veel te vinden zijn. Hij is vooral op zoek naar Schotse gesneuvelden.
Op een gedenksteen bij de ingang staat in het Pools, Nederlands en Frans: ‘Duizendjarig Polen aan zijn zonen op deze grond gesneuveld’. De Poolse militairen wilden na de oorlog terug naar hun land, maar dat was niet veilig omdat hun land door Stalin was bezet. In april 1940 waren er op bevel van Stalin ruim 4400 Poolse officieren en daarnaast veel politici, bestuurders, academici, professoren en geleerden vermoord in Katyn. De Sovjetdictator onthoofdde met deze daad in één klap de hele militaire en bestuurlijke toplaag van het trotse Polen. Veel Poolse militairen zagen het niet zitten onder die omstandigheden terug te gaan nadat de Duitsers verslagen waren.
Het kerkhof wordt onderhouden door de Poolse overheid en de gemeente Lommel. Geregeld komen onder andere groepen Poolse kadetten (en anderen) hier hun eer bewijzen. Dit kerkhof ligt wat uit de fietsroutes, waardoor het minder bezocht wordt dan het Duitse militaire kerkhof waar dan ook wel ruim honderd keer zoveel soldaten begraven liggen.
Ik zoek mijn fiets weer op en zet koers richting Lommel Barrier.
© Willem VAN LIT - 180920