De tanker Istar vaart me tegemoet onder brug 12 vandaan. Aan mijn rechterhand ligt het vakantiepark de Vossemeren. Hier is er wel buitenlucht zwemwater, flink toeristisch geconditioneerd uiteraard. Ik weet niet of het meerwater hier uit natuurlijk ontstane vennen is of dat het ook zandbaggerwater is. Vossemeren behoort tot een bekende recreatieparkketen; ik ga er geen reclame over maken. Het wordt al druk bezocht en iedereen die wil, weet het toch wel te vinden. Barakken genoeg daar in dat aangelegd bos. Er is een ‘Last Mile Solutions Charging Station’. Dat is een opwekkende naam voor een rij laadpalen voor elektrische auto’s. De naam roept de gedachte op aan van spanning (geen voltage in dit geval) ingehouden en billenknijpende elektro-automobilisten met hun gezinnen die het lichtje van de batterij bijna op de E van empty zien staan knipperen en vervolgens zwart zien worden. Zwart licht is altijd fascinerend. Ik ben niet tegen elektrisch rijden als de lezer dat soms mocht denken, maar het blijft een risico. Ik zag een tijd geleden een bestelbusje van een zogeheten klimaatoptimist, die achterop zijn busje een mededeling had geschreven: ‘Elektrisch rijden doe je op de kermis!’ Maar dat terzijde.
Ik fiets onder de brug door, sla af naar rechts en kom op de Gestelse Dijk. Dat is de doorgaande weg naar Luyksgestel. Ik fiets in de richting van de grens. Bij de grenspaal stond in april, mei en een deel van juni een échte grensversperring. De jaren vijftig waren terug. België had gedurende een periode van weken tijdens de regering van het virus letterlijk de overgang naar Nederland vergrendeld. Het deed mij werkelijk denken aan de jaren vijftig van de vorige eeuw. Ook in Lommel zijn er nog volop cowboyverhalen van durfallen in gepantserde kattenruggen (dat zijn Volvo’s van het type PV 544) die bij nacht en ontij kraaienpotenstrooiend hun waren gingen ophalen over de grens. De smokkelbendes waren beroemd én berucht tegelijkertijd. Er zijn boeken over geschreven; er zijn slachtoffers bij gevallen. Hoewel ik zelf niet uit Lommel kom, weet ik uit eigen geschiedenis van deze gebeurtenissen. In het dorp waar ik vandaan kom (Hamont), woonden wij in die periode aan een weg die op driehonderd meter parallel liep aan de grens. Ik was nog een kind, maar de herinneringen aan de taferelen en geluiden zijn er nog loepzuiver. In deze buurten is het niet anders geweest. Er hangt nu bij sommigen een waas van romantiek omheen; het was echter gewoon levensgevaarlijk crimineel gedoe. De kapper waar ik als jongen kwam, liep mank te knippen; hij had een schotwond opgelopen bij deze activiteiten. Het zijn wel verhalen die deel uitmaken van de recente geschiedenis van deze grensdorpen en -steden.
Bij de wegversperringen van afgelopen voorjaar zag je naast en langs de versperringen veelvuldig sporen van fietsbanden. Grenzen (in alle opzichten en vormen) hebben steeds een bijzondere gewichtigheid waarover mensen moeilijk uitgepraat raken: men wil er steeds overheen.
Ik fiets terug richting Lommel, de brug over en daarna gelijk naar rechts over een fietspad in de richting van de trainingsvelden van de jeugd van de voetbalclub Lommel SK. Aan mijn linkerhand ligt een zogeheten paardenbak. Dat is een met wit houten hekwerk omkaderd rechthoekig stuk grond ongeveer ter grootte van een voetbalveld dat gebruikt wordt om paarden hun oefening te geven. Het is al een tijd niet gebruikt, zo lijkt het. Het onkruid is hoog opgeschoten in die bak.
Een helix is ‘een driedimensionale kromme met constante straal en constante spoed.’ Zo staat het in Wikipedia te lezen. Een scheepsschroef geeft bij het ronddraaien het effect van zo’n spiraalvormende beweging en zorgt met zijn spoed voor de voorstuwing van het vaartuig. Helix is de naam die men gegeven heeft aan een school waar bijzonder onderwijs wordt gegeven. Ik fiets daar op weg naar huis aan voorbij. Het ligt tegenover het congrescentrum van Lommel, de Soeverein.
Helix is een internaat, waar kinderen en jongeren van alle leeftijden die bijzonder onderwijs nodig hebben, terecht kunnen. De school verzorgt onderwijs op kleuter-, lager en middelbaar niveau voor leerlingen met een ‘mentale beperking, motorische beperking en een autismespectrumstoornis (ASS).’ De school heeft een uitgekiend en verfijnd onderwijsplan voor de leerlingen van verschillende aard en vorm van beperkingen. Men probeert zoveel mogelijk aan te sluiten bij het niveau in de verschillende fasen van leeftijd, zo lees ik op hun website. Uiteraard gebruikt men ook heel algemene slogans om hun school aan te prijzen met trefwoorden als: ambitieus, gelijkwaardig, toegankelijk en creatief. Men geeft ook aan dat men ‘volop in beweging’ is en dat men constant ‘innoveert’. Nu wil ik daar absoluut niet flauw over doen. Ik heb te weinig idee en verstand van wat er nodig is om dit soort onderwijs in de praktijk waar te maken. Ik kan er alleen maar bewondering voor hebben, zonder dat ik exact weet wat er zich achter de hekken van die campus afspeelt. De associatie met de helix vind ik wel heel treffend en slim gevonden. Hoed af!
Ik fiets op huis af. Vanaf de volgende aflevering een nieuwe lus in Lommel.
© Willem Van Lit - 061020